Het eiland gevoel.

18 september 2008



Ramsgate lijkt mij, waarschijnlijk voor de laatste lange tocht van het seizoen, een mooi doel om de laatste dagen van mijn onvoorziene verlof af te sluiten. De weergoeroes zijn mij gunstig gezind en voorspellen zachte Noord tot Noordoostenwinden en bovendien veel zon. Jiepieeeeee !
Zonder veel voorbereidingen - ik heb zelfs geen brood bij maar in de catacomben van de Billy zit genoeg om niet te verhongeren - vertrek ik en tuf zo rond achten de pier (er is er maar ééntje meer) van Oostende langs. Ik snap nog steeds de bedoeling van deze havenwerken niet en wie het mij kan uitleggen .....

De wind is Oost en licht. Het grootzeil is reeds omhoog en ik besluit de halfwinder bij te zetten, de spiboom wordt opgetuigd en even later wiegen we aan zo'n vier knopen richting Engelse kust. Nog 55 mijl.....

Sinds kort heb ik ook een buiskap, een kadootje van de vorige eigenaar (mijn schoonbroer) die het ding nog "ergens" had liggen. Gemonteerd ziet het er eigenlijk niet slecht uit. Enige proefvaarten brengen aan het licht dat, alhoewel de boot er zeker niet mooier door wordt, het verdraaid dikwijls in de weg zit en bovendien het zicht beperkt , het vooral bij minder goed weer zeer comfortabel is. Overkomend water deert niet meer, koude wind wordt buitengesloten. Schoten en vallen vinden er een "uit de weg" plekje en ook de GPS en portabele portofoon genieten er beschutting.

Ik "installeer" mij dus in het zonnetje, slurp een kopje thee en bereid mij voor op zo’n 12 uur eenzaamheid, want ja, ik vaar solo vandaag. Sommigen vinden dit waanzin; zien er het plezante niet van in, het zou levensgevaarlijk zijn, maar ik, ik vind het heerlijk. Let wel, misschien zou ik een langere periode, neem nu een solo oceaanovertocht van zo’n 20 dagen loneliness ook niet zo plezant vinden, maar zo’n kort overtochtje is voor mij OK. Ik geniet….. en vind het bovendien stoer van mijzelf ( Hihi !)

De eerste uren gaan vlug voorbij. We hebben halvelings stroom mee. Ik compenseer niets en laat mij door de ebstroom meevoeren richting Frankrijk. Straks komt de vloed op en ga ik vanzelf terug wat meer noordwaards. Dit is bovendien voordelig in verband met het dwarsen van het verkeersscheidingsstelsel, de autostrade voor grote schepen op zee, die zoveel mogelijk in een hoek van 90° op de verkeersstroom moet overgestoken worden.

Tegen de middag zitten we er middenin. De AIS draait op volle toeren, ik bedoel; er zijn enorm veel driehoekjes (andere boten) op mijn PC scherm te zien. Nu en dan roep ik er via kanaal 16 ééntje op die wat te dichtbij komt naar mijn goesting. Ze zijn allen zeer alert, en dat is maar goed ook. Ik mag mijn koers aanhouden, de één gaat achterlangs, ééntje voert zijn snelheid wat op en passeert voorlangs. Een andere mastodont roept mij op nog voor ik zelf kan reageren. "Sailing vessel, Sailing vessel on my starboard side, this is motorvessel Katja, come in please". We bespreken de te volgen taktiek en weer laat de beroepsvaart mij voorgaan. Ik informeer enkele keren of ze mij ook op hun radar zien en het antwoord stelt mij gerust.

Na de middag zijn we de stroom van links komende boten voorbij; we bevinden ons in de separation zone. Het is hier ook wat ondieper. “Slechts” 25 meter ! Ik warm wat spaghetti bolognaise op. Veel te veel natuurlijk en even later worden de meeuwen gevoederd met wat rest uit de pot.

Tegen vijven doemt de Engelse kust in de verte op. Ik zie de ingang van de Thames (North Foreland) en ook de koeltorens van de kerncentrale naast Ramsgate. Met het peilkompas neem ik van beiden een peiling en zet deze uit in de kaart. Klopt precies met de positie van de GPS. Natuurlijk, wat had je verwacht ! Toch kan ik het niet laten af en toe nog eens op de “ouderwetse” manier de positie te verifieren.

Nog 10 mijl. We geraken niet vóór donker binnen. Om negen uur zijn we voor de koppen. De zeilen gaan naar beneden en “permission to come in” wordt aangevraagd via de VHF. “You may come in sir, but take care, depth in the yacht harbour is problematic, but water is rising …”

Alles wordt klaargemaakt, landvasten, fenders, en ik ben binnen. Op weg naar de marina zie ik de diepte verminderen. 2 meter, 1,8m. Hmmm ! 2 meter, ja , oef, we zijn er door. Even later, op net geen 3 meter vóór het ponton zit ik vast. Beteuterd ruim ik de boot verder op en wacht op het rijzende water. Daar gaat mijn restaurantbezoek. Ach,we zijn in Engeland dus waarom zou ik uitgerekend hier op restaurant gaan. Kan alleen maar slecht aflopen. Het wordt tien uur, elf uur en dan ben ik plots los. Nog 2 meter to go..... en ik maak terug vast.
Ik bak nog een eitje, eet wat crackers, drink een neutje en ga nog een ommetje maken in een bijna uitgestorven jachthaven. Jaja, ambiance…

Dag 2

Het is stil in de haven. Als ik mijn hoofd buiten steek liggen alle boten als in watten ingepakt. Mist ! Op de BBC spreken ze van opklaringen maar geen wind. Hmm ! Tijd om de wandelschoenen aan te trekken dus.
Eerst een goed ontbijt en een douche. Ik heb nog wat ontbijtgranen en met wat fruit “briscoleer” ik een lekker en gezond (?) ontbijt ineen. Ik moet dringend boodschappen doen.
Een uurtje later flanerend door de straten. De meeste winkels zijn nog dicht. Ik stap in Noordelijke richting en bevind mij weldra op de dijk. Op wat uitgelaten honden met hun baasjes eraan bungelend na is deze volledig verlaten.
Even later via de trappen omhoog en ik kan nu bovenop de "white cliffs" mijn weg vervolgen. Mooi is het hier wel. Het zonnetje komt ook piepen. Heerlijk.Ik loop een paar kilometer langs een wandelpad maar als na een uurtje mijn achillespees begint op te spelen weet ik dat het tijd is om terug te gaan.

De “Ramsgatenaars” zijn wakker nu. Ik duik een supermarkt in maar sta even later terug buiten. Enkel diepvriesproducten hier. Even verder vind ik alles wat ik nodig heb. Geladen met een vers stokbrood, wat verse groenten, een pakje bacon en wat andere prullen kom ik terug in de Marina waar ook de Marina Office nu open is. 35 pond armer (voor 2 nachten) kom ik er buiten. Amaai mijne frak !

Aan boord ligt alles er nog bij zoals deze morgen. Ik ruim wat op en maak een middagmaal klaar. Biefstukje ( van thuis meegebracht) met wat gewokte groenten, een stuk stokbrood met echte boter. (eet ik tegenwoordig enkel nog als ik op reis ben).
Ik bekijk de weerberichten eens op de navtex - voor morgen wordt terug wat wind voorspeld- en ga een dutje doen.
Na de middag wandel ik nog eens tot in het centrum en aanschouw de lokale eilandbevolking van op een terrasje, met een lekkere Capucino voor mij. Ze gaan er op vooruit in Engeland. De Capucino is echt lekker ! Mario heet de uitbater. Een Italiaan ! De lokale schonen daarentegen. Man ! Man ! Man !

Het valt mij op dat met de achteruitgang van de Ferrydiensten de meeste Engelse kuststadjes er steeds meer onderkomen gaan uitzien. Nieuwbouw zie je hier niet en wat er is lijkt soms wat verwaarloosd. Er is eigenlijk weinig veranderd in de 25 jaar dat ik hier voor het eerst kwam. Onder de arcades zijn wat Nautische winkels maar veel beweging zie je er niet. Ik loop eens binnen, maar koop niets.
Tegen de avond kom ik in de verleiding toch nog eens een Fish and Chips tent te proberen maar als ik de "kok van dienst" achter zijn toog zie "plakken", laat ik het maar voor de moeite. Wat een vettig ventje is dat zeg ?

Wat ik wel doe is een pint gaan drinken in de "Royal Temple Yachting Club", Een echt Engels sfeertje hangt hier. Er zitten wat groepjes deftige Engelse Heren in de obligate blauwe blazer met clubinsigne, geflankeerd door statige Engelse Lady's, geaffecteerd te doen aan de tafeltjes. Ik vul het gastenboek in en nestel mij aan de toog.
“Hi, I am Holly, can I help you? “ vraagt een fris meisje vanachter de tapkast. Ik bestel op goed geluk een “Pint” en geraak warempel aan de praat met het mooie kind. Ze is even oud als mijn zoons en studeert iets “Medicals” Ze werkt om haar studies te betalen. Een uurtje en een Pint later wordt ze afgelost door een andere mooie, maar iets rijpere dame. Haar moeder meen ik begrepen te hebben. Ook een babbelgat blijkbaar. Enfin, zo gaat de tijd aangenaam voorbij. Van zeilen hebben ze beiden geen kaas gegeten, en vonden het “fabulous” en “so brave” dat ik in mijn eentje de plas overgestoken ben. Okee, het streelt je ijdelheid natuurlijk wel……

Om niet te veel naast mijn schoenen te gaan lopen, vind ik het tegen achten wel genoeg en ga naar de boot. Ik eet de restjes op van deze middag en val achter mijn boek in slaap.

Dag 3
Na een goede nachtrust met zwoele dromen (zo-ooot !) ga ik rond zevenen nog een verkwikkende douche nemen. Eggs and bacon volgen. Tegen acht uur tuft Billy de haven uit. Het is mooi weer. Zacht windje uit .. hé ? Zuidoost ? Oostende is net bezeild . Das een goed begin.

Enige luttele mijltjes verder is de leute over. 0,0 wind. Motortje aan dus. Hmmm ! Afwisselend volgen er enkele mijlen op motor, vervolgens terug op zeil. De stroom zit bovendien volledig tegen. Als de koers richting Oostende gaat, zakt de snelheid bedroevend onder de twee knopen. Ga ik overstag , dan toont SOG meer dan 5 knopen, maar komen we ergens in de buurt van Calais of zelfs nog zuidelijker uit. De kanaal eilanden. Yes !

Volgens het weerbericht moet de wind eigenlijk in het Noordoosten zitten en dan moet ik hoog blijven. Als de wind blijft zoals hij nu is, ga ik beter overstag richting Frankrijk om dan met de vloedstroom over de andere boeg naar Oostende te gaan. What to do ?

Ik kies resoluut voor het laatste als ik in de buurt van de Falls in zodanige stroomrafelingen terecht kom dat ik op de GPS zie dat we eigenlijk achteruit gaan. Het is springtij en dat zal ik geweten hebben ! Merde ! !
Op naar de Franse kust dus. Er komt wat meer wind en alles gaat goed. Na de middag, als de Franse kust ter hoogte van Calais reeds dichtbij is komt nog meer wind opzetten maar, o ramp, hij draait naar het Noordoosten zoals gevreesd. Ik bevind mij in een hopeloze positie om vandaag nog Oostende te bereiken en berust in mijn lot.

Ik plaats een rifje en geniet van het zonnetje achter mijn buiskap. Bij 25 knopen gaat er zelfs nog een tweede rif in en met de stroom tegen de wind krijgen we een ruw zeetje. Er komt bij momenten een pak water over maar ik zit goed beschermd. Honger heb ik wel niet echt en een Mars over de middag lijkt mij ruim voldoende om mijn energievoorraad op peil te houden.

Tegen vier uur, met nog maar twee uurtjes stroom mee, te weinig om nog naar Oostende te varen, bereik ik de haveningang van Duinkerke.
Bwaah, weet je wat ? Ik ga naar binnen en blijf nog een dagje langer hier. Het thuisfront wordt op de hoogte gebracht en ik ga een wandelingetje maken. Ik koop nog een stukje vlees en wat vers Frans brood, wat noten en installeer mij lekker in de kuip om nog wat van het zonnetje te genieten. Ook hier is geen mens te bekennen in de jachthaven. Zelfs de club blijkt gesloten, dus geen mooie Holly’s achter de tapkast hier en ik kan morgen pas na de middag weg ivm de stroming. Ook goed !

Dag 4
Ik ga terug eens neuzen in de nabije nautische shops en koop wat kleinigheden voor de boot. Tegen elven smijt ik los en pruttel naar buiten. De noordoostenwind van gisteren is serieus in kracht afgenomen en het eerste stuk moet zelfs op de motor. tegen dat we het einde van de pas van Duinkerke bereiken kunnen we recht naar de Trapegeer boei zeilen. We zijn terug in Belgie en de Franse gastenvlag gaat terug omlaag. De wind draait nog wat verder naar het Noorden en Oostende is bezeild. tegen 6-en lopen we binnen.
Enige clubleden zijn zojuist vertrokken voor een clubuitstap naar Duinkerke. Even bekruipt mij de goesting om weer los te maken ... maar nee, het is mooi geweest. Volgende week weer werken.

Jean