Nawoord en Stats:


Ik ben nu een weekje thuis en terug het BGC werkritme opnemen valt mij nogal zwaar. Eigenaardig hoe iemand het klaarspeelt om vier weken op een gezapig tempo te leven, pas terug direct in 1,2,3 op kruissnelheid komt en dit al of niet met zijn goesting.
Mijn collega’s maken mij er desalnietemin regelmatig attent op dat ik (eigenlijk te) dikwijls met de blik op oneindig naar mijn PC scherm zit te staren waar mijn screensaver ingesteld staat op één van de prachtige reisfoto’s van het strandje van St Agnes (mijn favoriete Scilly Island). Op de foto ligt mijn rubberbootje te bruinen op het strand, de Billy wiegt, samen met nog drie andere boten voor anker op een paar honderd meter van het dunne zandstrookje. Links en rechts rotspartijen, in het midden, blauw, om ter blauwer, blauwst water. Zomerlucht, witte wolkjes….Zucht…

Statistieken dus:

In deze moderne tijden mag het hieraan in een verslag als deze niet ontbreken. Beueueuehh !
- Afgelegde mijlen: 820 op vier weken tijd (28 dagen) wat neerkomt op gemiddeld 205 Mijl per week, +/- 30 mijl per dag.
- Aantal motoruren: op de kop 100 uur (=veel) We hebben nochtans enkel de motor gebruikt om een haven in of uit te varen en ook bij gebrek aan wind, eenmaal onderweg. Hiervoor werd ongeveer 65 liter mazout verstookt. In de UK 2 maal 20 liter rode (goedkope) Diesel getankt. Factuur ingeplakt in logboek . BB motortje heeft 3 liter tweetakt benzine verbruikt. Dat is volgens mij niet erg zuinig, maarja; tweetakt, wat wil je...
- Aantal niet zeildagen:6, waarvan 5 tengevolge van slecht weer/weerberichten en eentje tgv een bemanningswissel. De dagen werden steeds gevuld met een of andere activiteit.
Boulogne: 1 dag. Slecht weerbericht/ bezoek aan Nausica.
Newhaven:1 dag. Slecht weerbericht/ met de bus naar Brighton.
Weymouth: 1 dag. Bemanningswissel/ bezoek aan Weymouth.
Newlyn: 1 dag. Slecht weerbericht.Wandeltocht naar Mousehole
Dartmouth 1 Dag. Slecht weerbericht. Verkenning met de boot van de River Dart
Cowes: 1 dag. Slecht weerbericht. Bezoek aan Cowes.
- Kortste zeilafstand/dag. De trip van de ankerplaats op St Mary’s naar de ankerplaats op St Agnes (2 Mijl) Waaw !!!
- Langste trip: Weymouth à Falmouth : 101 Mijl waarvan zeker 80 Mijl op motor en de laatste 5 uur in een potdikke mist. (aanloop Falmouth)
-Drankverbruik: geen statistieken. ’t Is te delikoat.
- Prijzen in Marina’s/ankerboeien: Variërend van een maximum van 29 Pond in Lymington naar 15 Pond voor een aanmeerboei in Tresco. Ook voor de Billy zeer regelmatig gratis als je de havenmeester kunt verschalken, wat ons opvallend goed lukte doordat we allen (behalve Dirk , maar die kon niet anders dan meedoen), vroege vogels waren. De vogel was dus dikwijls gaan vliegen. Hahaha ! Overigens vind ik deze havengelden meer dan belachelijk hoog. Gewoon degoutant zelfs. Behalve in Brighton (£21 voor werkelijk een super de Luxe Marina) waren de faciliteiten (douches e.a.) dikwijls ondermaats. Veel werk nog aan de winkel dus voor de Engelsen.
- Sympathiekste Jachthaven: Newlyn (eigenlijk geen faciliteiten voor Jachten) maar we werden zeer goed ontvangen door de mensen van de Mission ( vissers/duikers sociaal centrum) op de voet gevolgd door Brighton: zeer professioneel personeel, vriendelijk en super faciliteiten.
- Beste ankerplaats: St Agnes, Lulworth Cove en Poole;
- Slimste bemanningslid: Eva Ikwilalleswete.
- Lelijkste bemanningslid: Eueueuuh !
- Beste ajuinsnijder: Johan
- Sympathiekste Wereldverbeteraar: Dirk
- Beste kapitein: wie zit daar weeral met een leeg glas ? hihi !


Jean

Verslag van een opstapper (Dirk)

Verslag van een opstapper :

Jean had in 2006 als enige gereageerd op onze bijna smeekbede om bemanning om onze boot van de Caribbean naar Oostende terug te zeilen (s/y Elegance, http://www.elegance-be.tk/). Hij is toen helemaal naar de Azoren gevlogen om met ons via Falmouth en Weymouth naar het grijze Oostende terug te zeilen.
Het was deze keer de beurt aan Jean om voor zijn trip naar de Scilly Islands in bemannings-problemen te zitten.
Net zoals bij velen is het een probleem om steeds genoeg verlof bijeen te sprokkelen om grotere afstanden te zeilen. Toch kon ik er een weekje uitpitsen, want deze zomer moet (mag) ik ook al 3weken de oceaan op om het nagelnieuwe s/y Brexan² naar Lagos, Portugal, te zeilen (www.brexan2sailing.com).
Enfin, we zouden een week samen zeilen en s/y Billy zover mogelijk proberen te brengen om ergens aan de Engelse Zuidkust nieuwe bemanning te laten inschepen.

De week voor ons vertrek, gepland op 24 mei, volgde ik nauwgezet de weerberichten. Het zag er helemaal niet zo best uit voor zaterdag 24 mei: 37kn wind met gusts tot 44kn en “gale warning” voor Dover. Dagje uitstellen dan maar en eigenlijk paste dit ook wel wat in ons kraam aangezien het net “Oostende voor Anker” was. Natuurlijk was het de zaterdag morgen stralend weer en 10/15kn wind. Knarsetanden dus maar. Toch was het na de middag wel rond de 30/35kn en eigenlijk best zeilbaar.

25/05: Zondagmorgen 08.30u, typisch Belgisch weertje, grijs, overtrokken, kom ik uiteindelijk met zeilzak en zeilpak aan op “den Billy”. Vrouw en kindje mee in het gure weer tot op het ponton. Een emotioneel afscheid van Inge, die sedert ik de oostkust van de VS in 2000 afzeilde, voor het eerst van mij gescheiden wordt op onze zeeavonturen. Kleine Ella slaapt rustig door en ziet papa niet vertrekken. De motor van Billy slaat aan en we vertrekken want vanaf 0900u is de stroom mee. We passeren in de achterhaven een ponton met daarop de casco van de Askoy II, het jacht van zanger Brel, helemaal vanuit haar rustplaats in het zand van op een eiland ergens in de Pacific naar hier gehaald voor restauratie. Je kan er bijna dwars doorkijken, en we vragen ons af of het niet beter was een oude dame als dit in haar laatste rustplaats te laten. Soms moet je ook een schip kunnen laten sterven…Enfin, even verder zien we de stenen muur opdoemen die het nu één van de havenhoofden van Oostende zal worden. Ook hierbij hebben we onze bedenkingen, het verzandingproces is al volop aan de gang en de zandbanken maken hoge brekers waarop dan weer jongeren proberen te surfen. Tja, dit noemt men vooruitgang!
De “Billy” zet grootzeil en even later de genua erop. De stroom is mee en we zeilen aan een dikke 4kn. Voor Mariakerke begint het te regenen. Gelukkig heeft Jean een paraplu mee die ik gebruik om niet helemaal nat te regenen. Eigenlijk is het maar een zielige vertoning, rotland! Jean wil aperitieven maar een hete koffie lijkt me meer op zijn plaats. Deze beslissing is genomen toen ik niet wist dat er witte rum van Canarische eilanden en bruine rum van Marie Galante (eilandje bezuiden Guadeloupe) aan boord was!
Maar voor Nieuwpoort verandert het plotseling, zowaar de grijze lucht droogt op, een eerst zwak maar daarna een stralend zonnetje. Onder een dikke wolk krijgen we nog wat wind maar niets is perfect, want die komt nu uit WSW, net de richting waarin we varen.
We beginnen wat op te kruisen en lopen goed want we zeilen hoger en sneller dan een kleine 40ft die dezelfde richting uitgaat. Het eten is voor beiden wat koeken van bij de bakker die dan nog tegenvallen ook. De stroom houden we tot voorbij de pas van Zuydkote zelfs tot voor Duinkerke. Even onder het strand kruipen om de opkomende tegenstroom wat te omzeilen, maar aan de ferry-haven moet het ijzeren paard toch bijgezet worden om rond de stenen muren te geraken.
Daarna volgen Gravelines en Calais. De Navtex berichten en het weerbericht op Ch 86VHF van Dover zijn ronduit slecht: “gale warning” alom en we zeilen amper met 7kn wind! Tegen 21.00u keert de stroom, net als we Calais kunnen aanlopen. Moeten we daar blijven om de storm van morgen uit te zitten? Jeetje, kunnen beter doorzeilen tot Boulogne! De wind gaat er nu helemaal uit en de motor moet weer op. Net als ik baalt Jean als de motor loopt. We hebben een zeilboot gekocht, wilden we motoren kochten we een motorboot.
Aan Cap Blanc Nez kan de motor eindelijk af. De corridor tussen de White Cliffs en de Cap Blanc Nez heeft altijd wind en windshiften. Er komt ook een lichte mist opzetten die de 50m hoge toppen soms aan het oog onttrekt. De fok gaat erop want de genua moet gespaard worden van de 17kn wind die we nu hebben.
De zichtbaarheid is slecht maar we zien de haveningang van Boulogne opdoemen. Een gerommel achter ons van iets wat we niet zien! Jean kijkt op zijn laptop, waarop een AIS engine van NASA is gekoppeld, en ziet dat het om de fast ferry gaat, 35kn inkomend! De AIS geeft de naam van het schip en Jean kan hem oproepen op VHF, de officier van wacht zegt dat hij ons gezien heeft en even later verandert het gerommel van toon. We zien het gevaarte uit de mist opdoemen en ons snel voorbij glijden. We verlichten nog even de zeilen om ons niet alleen op zijn instrumenten te laten opdoemen. Toch een grote aanwinst voor een jacht, zo een AIS systeem. Even later is het onze beurt om Boulogne aan te lopen wat we bijna perfect doen. Het is ook niet de eerste keer dat we hier aanlopen, maar om in de binnenhaven te varen moet je toch wel opletten met laag water.
Net voor we de jachthaven bereiken roept iemand ons vanop de kaai: “il y a une ca…”. Ik versta “canne”: vislijn, wat regelmatig gebeurd en zeg Jean op te letten voor vislijnen. We meren Billy af en zijn verwonderd waarom hier slechts enkele jachten liggen. Normaal lig je hier 4 boten dik. Net als we vast liggen begint het te regenen. Nog een goeien drinken, iets eten en onze “zweetbak” in!

26/05 Maandag: Jean is altijd een vroege vogel geweest en is er om 07.00u al uit, normaal is dat 06.00u zegt hij me…waaaw ik heb geluk, pfftt. Even gaan douchen en ontbijt genomen. Het is grijs en nat buiten en we beslissen naar Nausicaa te gaan. Dit is een groot complex gewijd aan de zee en de oceanen, met prachtige aquaria en veel leerzame zaken over onze gelieve habitat. Op weg naar het complex zien we een kabel uit het water hangen dwars over de haven. Tjiens???
Eens Nausicaa binnen is het prachtig. Wel moeten we even een paar aquaria skippen en niet de normale route volgen omdat een paar scholen, met joelende kinderen de sereniteit verstoren. Je ziet er langzaam pulserende kwallen in het blauw fluorescente water, hoe prachtig en fragiel deze diertjes zijn gebouwd en eens op strand bij ons gaan de mensen te lijf met schoppen “omdat ze stekken”…barbaren. Je ziet hoe de kabeljauw zich tegen de koude waterstroom moeiteloos kan stilhouden door luttele correcties met zijn vinnen te geven, je ziet er hoe de Noorse kreeftjes in hun zelfgemaakte holletje leven, hoe spinkrabben constant hun antennes in het water bewegen en met hun klauwen stukjes voedsel naar hun geschaalde bek brengen, hoe de tarbot zijn kleur aanpast aan de zwarte steentjes in het aquarium, hoe de murene een pijp als hotel gebruikt, hoe de brokkelsterren samenklonteren tot een bijna levende steen…Maar het mooist is natuurlijk het tropische rif. Ik voel me weer thuis: blauwe doktersvissen, gele vlindervissen, de queen angelfish, de trekkervissen, de clownvisjes, wuivende anemonen, elkhorn coral…ze zijn er allemaal terug. Twee jaar heb ik er bijna dagelijks tussen gezwommen en bijna geleefd tijdens ons verblijf in de Caribbean, en nu zijn ze terug. We eten onze boterhammen nabij de grote tropische tank waarbij haaienvinnen regelmatig het wateroppervlak doorsnijden. Een grote verpleegsterhaai van 2.5m zwemt met in het niets kijkende ogen voorbij, jacks en tonijn snellen door het water, en barracuda’s hangen doodstil in het water te wachten tot iets eetbaar passeert. Ik voel me hier thuis! Ook de zeeleeuwen en de krokodillen zijn van de partij. Maar er is meer, men probeert iedereen duidelijk te maken dat we te ver aan het gaan zijn met de natuur. We stevenen met onze bijna 7 miljard mensen (toen ik klein was, spraken we van 3.5 miljard, en ik ben nog niet oud!) op een ecologische ramp af indien we nu niet reageren, wetende dat de oceanen een gigantische bron van voedsel en zelfs van brandstof kunnen betekenen. Havenuitbreidingen, zandopspuitingen, wijzigingen aan de kust, vervuiling, “moderne” vistechnieken, overbevissing, …de oceanen kunnen veel aan, maar we zitten op een keerpunt! Er zijn lichtpunten zoals visquota’s, fishfarms, reservaten op zee of nabij kusten…maar of die voldoende zijn, zal de toekomst uitwijzen. Het aspect sensibilisering van kinderen maar ook van overheidsinstanties komt in Nausicaa evenzeer aan bod. Het volstaat niet te roepen en te tieren, of boetes uit te schrijven tegen de vervuilers, als het strand na een mooi weekend vol rommel ligt- op zijn minst moeten er vuilnisbakken geplaatst worden, om maar een klein voorbeeld te geven.
Nausicaa wordt afgesloten met een knuffel voor kleine Ella te gaan halen in de shop. Een inktvisje zoals ik er eentje had toen ik klein was: Vlekje!
Een snelle hap aan boord en nog even passeren we de restaurantjes en doen inkopen in de Champion. Jean en ik kunnen niet weerstaan aan de oesters die in de lokale viswinkel te koop aangeboden worden. Een dozijntje oesters als aperitief met een flesje wijn, gaat er altijd in. Er is herrie aan de Capitainerie! De kabel die we deze morgen zagen was een kabel om de haven te blokkeren. Boze vissers zouden alle Franse havens afblokken als protest tegen de verdubbeling van de fuelprijzen in 3 maand tijd. Leuk…we zitten hier dus vast. Nu valt onze frank: die kerel riep vannacht niet “canne” maar “cable” en de kabel over de haven deze morgen was de blokkade kabel.
We laten het niet aan ons hart komen en we zullen “door de blokkade breken” als het nodig is. We eten ’s avonds aan boord en doen een avondwandeling. Ik ga even tot bij de Police Maritime en vraag hoe het zit met die blokkade. Tegenover de ferry was het grimmiger geworden want een visserschip had zich net voor de ferry afgemeerd, maar tegenover jachten zou het meevallen. De politieman zegt dat ze niets kunnen doen en zegt ons zelf met de bijboot de kabel van de havenmuur los te maken. Iets voor ons natuurlijk, ware het niet dat we geen ambras willen hebben met de “locals” en situaties zoals in Brussel eergisteren willen vermijden. Het tij keert om 04.00u ’s morgens, maar dat is van minder belang aangezien we recht moeten oversteken om de traffic lanes te kruisen. Wat erger is dat de gespreken over de blokkades pas woensdag aflopen, en er voor woensdag weer “gale warnings” zijn in deze streek. Tot donderdag hier blijven, zien we niet zitten en we besluiten het morgenvroeg toch te proberen. Er is geen “wacht” aan de kabel en ’s avonds is ie precies wat gezakt, met onze diepgang van 1.5m moeten we er in de midden over kunnen varen, met de motor in vrijloop.
We eten en drinken goed en gaan slapen…het regent weer.

27/05 Dinsdag: 03.35u ’s morgens!
Jean kan niet slapen : “zoe me nu nie vertrekken?” reactie Dirk : “je zie gie plukke zot zekers?!” Vloekend kruip ik uit mijn warme slaapzak, glij halfslapend in mijn zeilbroek en trek mijn werkelijk tot op de draad versleten docksides aan. Inge heeft al verschillende pogingen ondernomen ze weg te gooien maar zolang ze nog ietwat aanéén hangen draag ik ze, met de deal ze niet in het openbaar op straat te dragen. “Billy” is niet openbaar en dus draag ik ze, ze hebben 2x de oceaan overgezeild en ontelbare keren het Kanaal om dan onrespectvol in een vuilbak te eindigen, neen hoor. Ik maak de elektriciteitskabel los en de springs. Doef, doef, doef…de motor slaat en “Billy” komt los van het ponton. Een half maantje kijkt op ons neer. We glijden zonder navigatielichten buiten…50m en de kabel komt eraan…20m, 10m …schroef af en we glijden zonder problemen over de kabel. Nav lights on en ¾ vooruit op de schroef. Het rode havenlicht van de binnenhaven komt dichter, maar waar is het groene? We botsen werkelijk op een muur van mist. Geen 50m te zien. In de jachthaven zelf best OK, maar in de binnenhaven geen sik, enkel de weerkaatsing van de nav lights op de mist. Jean houdt er het “goede zeemanschap” op na en besluit terug te keren. Mijn grootvader zei altijd “ventje: van storm moet je niet zo een schrik hebben met een goed schip, maar mist is gevaarlijk voor elk goed schip”. Om 05.00u ligt “Billy” terug vast, ik in mijn slaapzak en Jean zit te knarsetanden in zijn “kot”.
07.30u : Jean huppelt alweer een tijdje vrolijk rond en ik trek moeizaam één oog open. De geur van verse koffie doet me terug bewegen. “Wa was da nu van nuchtend, een groendzeetje in je koptje?” vraag ik hem. “ Me spreken der al nie mé over, me moe’n ier zien buuten te geraken” antwoord hij. “Moa Jean toch, me voaren geweun were over die kabel”, twijfelend kijkt hij me aan, zijn boterham verorberend. Hij vertelt me een droom over vissers die gaten in zijn romp gingen boren. Ik kijk hem aan…zo van…
Enfin tegen 08.00u slaat de motor terug aan en weg zijn we. De kabel ligt nog steeds even diep en weer passeren we die zonder iets te raken. Jean lucht op, hij lacht alweer! Nog even uitwijken voor de ferry, die blijkbaar ook terug normaal vaart en in redelijke zichtbaarheid, de mist is wat opgetrokken, zijn we snel buiten de zuidelijke havenmuur van Boulogne. Natuurlijk geen blaas wind. Koers 270° en op weg naar Engeland. Een sportvliegtuigje passeert wel 3x over ons maar we horen niets op VHF. De AIS lijnen van de schepen in het pas komen dichter. Ik gooi de paravan uit om een makreeltje aan de haak te slaan ondanks dat het nog vroeg is in het jaar. De zichtbaarheid blijft ondermaats maar we tuffen gestadig voort. Geen wind en een zware deining, precies oceaan swell. Ik ben gelukkig, dit is leven! Ik ben terug in mijn habitat. Een school bruinvissen zwemt traag voorbij aan bakboord, maar te ver weg voor foto’s. Jean begint aan het middagmaal dat even een uitstapje maakt naar de cabinevloer maar toch weer op ons bord beland, tja we zijn geen zifters over details zoals in “mijn restaurant”, wij zijn echte zeebonken! Iets na 7uur toefen overvalt de kalmte je als de wind de voortstuwing overneemt, we zeilen weer. Niet snel maar toch, we zeilen. Het Traffic Separation System ligt al achter ons, tja wat wordt het? Eastborne (wat dichtbij), Newhaven (te doen) of Brighton (ook te doen maar veel duurder). Het wordt dus Newhaven.
Even later roep ik Port Controll Newhaven op en krijg toestemming aan te lopen maar we moeten uitkijken voor een baggerschip dat in de haven werkzaam is. Even later ligt Billy aan het ponton tussen een hoop bootjes die eerder een verlaten indruk geven. Op het ponton ligt zelfs een hoge druk spuit, wie laat nu zoiets rondslingeren? De spuit zelf ligt blijkbaar al een tijdje in het water want er zit begroeiing op. Opeens het geschreeuw van een meeuw, maar niet het normale gekrijs, eerder van een dier dat verkracht wordt. We kijken rond ons maar geen meeuwen te bekennen. Het geschreeuw komt uit luidsprekers die op regelmatige tijdstippen het gekrijs laten horen van verschillende types meeuwen om hen zo op afstand te houden. Enfin tijd voor een groooooot glas rum en Jean straalt! Hij is gelukkig dat we de boze Franse vissers zijn ontkomen en al in Engeland liggen. We verbeteren nog wat de wereld en gaan slapen.

28/05 Woensdag: Jeetje, hij is weer wakker om 06.00u, en hier in Engeland is het pas 05.00u. Buiten het gekrijs van de verkrachte meeuwen uit de luidspreker heb ik goed geslapen. Ja natuurlijk is er niemand op dit onchristelijke uur in de jachthaven en van de beloofde storm evenmin iets te bespeuren. We nemen ontbijt en besluiten met de bus naar Brighton te gaan. Tegen 08.00u is er dan toch een werkman die ons de code van de douches geeft en we kunnen dus het zweet van ons lijf spoelen, ik met half koud water en Jean met te heet water. Jean heeft pech, net als hij buitenkomt uit de douche, komt de taxman voorbij en maakt hem 17£ lichter voor de luizige ligplaats inclusief om de 10 minuten het geluid van verkrachte meeuwen. Nog eventjes de pier gaan aflopen en dan naar de bushalte dan maar. Ik vraag nog even of iemand Alex Stuart kent, de tekenaar en bouwer van mijn boot hier in Newhaven, iedereen kent hem maar niemand weet waar hij woont. In de viswinkel komen we te weten dat er wel makreel zit in zee maar op een diepte van 6m, daarom vingen we niets gisteren op 2/3m. De bus is een succes, maar we kunnen niet boven zitten en het zit vol lokale jeugd die persé naar Brighton willen. We stappen bijna een uur later, voor 8km, uit vlak aan de beruchte pier! Je kunt je het moeilijk voorstellen als je er niet geweest bent. Gigantische tenten staan opgesteld op de pier waar de typische Engelse bevolking in rond doolt. De bevolking hier meestal bestaande uit een papperige, zwaar getatoeëerde man, een vrouw voorwaggelend op ongeschoren te korte beentjes en voetjes gestoken in versleten sportschoenen, een haardos alsof deze zo uit de frietketel komt en evenveel tatoeages als hun echtgenoot, 2 of meerdere vettige hamburgers etende kindjes, meisjes of jongens, gestoken in voetbaltruitjes, meestal met ongeacht hun geslacht lang haar in de nek, dikwijls in vlechtjes. Voorts bakvissen met zeer diepe decolletés waar melkwit lillend vlees te zien is, ook hun beginnende, soms al getatoeëerde hangborsten lijken steeds weer te willen ontsnappen, en jawel ook meestal voorzien van tatoeages. Ze dragen korte rokjes uit een kleur die je alleen maar in Engeland kan vinden. Ze zijn begeleid van pubers, gestoken in voetbaltruitjes, een bizar energetisch drankje drinkend, dat soms licht geeft, en hebben ook weer evenveel puistjes als tattoes. Wat is dat hier toch met die tattoes. Ik denk niet dat er een bewoner is van dit eiland die zonder tattoes rondloopt. Ik denk dat er zelfs tattoes gezet worden in de kraamafdelingen in de hospitalen. De kermisattracties zijn ouderwets en stikduur. 4£ voor 3 ballen om 6 blikjes mee om te gooien, winst : een breed lachende groene pluchen krokodil van anderhalve meter. Veel gooien balletjes maar de kroko’s blijven lachend hangen.
Wat ons meer interesseert op het einde van de pier is de wind en de seastate; het weerbericht had toch gelijk, het waait al boven de 20kn en het is nog steeds aan het regenen. Deze pier houden we voor bekeken, terug naar de beschaving, weg uit dit irreële land overconsumptie (zelfs “Belgian waffels” zijn er te verkrijgen). Langs de pier laat Jean (en ik) zich verleiden voor 4.8£ (6€) door een fish and chips. Geen lekkere dikke kabeljauwfilet, maar iets wat ooit een soort visje was in een dikke roux gestoken en met frieten gesneden 3/aardappel. Ik moet er een halve hand zeezout en jawel, azijn, over kappen om iets te smaken. Een aanslag op ons spijsverteringssysteem zoals ook later zal blijken.
We stappen even het visserij museum binnen wat eindelijk wel de moeite waard is, en gaan zo verder terug de dijk op. Nu waait het al harder en blikjes worden voort gesleurd door de wind, de zee zit vol witte koppen en grote brekers slaan op de keien op het strand, waar ooit de high society van London kwam verpozen. We vluchten onder een miezerige regen de stad in. We vinden weer een fish and chips bar waar we echter internet hebben voor een uurtje, maar nemen geen fish and chips. Jean kan zijn Blog updaten en ik kan mijn mails bekijken. Ik vind er even verderop een winkeltje met dat wat jullie hier “rommel” noemen, maar waar ik een ganse dag in kan snuisteren. Oude treintjes, matchbox autootjes, oude boeken, strips, oude tinnen soldaatjes, dinky toys…gelukkig hebben de Engelsen veel van hun patrimonium gespaard. Even naar het station de busroutes en stops opvragen en via nog meer winkeltjes met boeken naar een cafeetje waar we er weer opgelegd worden voor een pint en een guinness aan 3£ stuk! Langs het park een paar pics gaan nemen van de Indische tempel en terug zijn we versteld van de bloemenpracht van de tuinen. Zo mooi zijn hun parken, zo lelijk zijn hun mensen…Engeland, je blijft ons verbazen.
De bus op in de gietende regen, langs de jachthaven van Brighton waar de golven nu beuken op de artificiële haven en met de regelmaat van de klok gewoon over de muur heen de jachten erachter overspoelen. Geen schip op zee te zien, wat een rot weer. Terug in Newhaven, bijna weer een uurtje later, breekt de zon erdoor, het ergste is voorbij. Even wat inkopen gaan doen en spijtig genoeg weer geen speciale Indische saus gevonden. Dan maar terug naar de jachthaven, of wat moet doorgaan voor jachthaven. De verkrachte meeuwensong is er nog, de uit het water geredde hoge druk reiniger ligt er nog en er rest ons niet anders dan te aperitieven. De fish and chips ligt ons beiden op de maag en het gedeelte dat al doorgeschoven is naar onze darmen wordt direct omgezet in…lucht, veel lucht…en slechte lucht. Ik zal deze rommel snel buitenwerken en de remedie is: pastis. “ça tue les champignons” zeggen de Fransen, eens kijken of het werkt. Een lichte maaltijd en een halve fles pastis (’t was een kleintje van 75cc) later zijn de “champignons” morts, maar de luchtjes zijn er nog steeds! Slapen dan maar!

29/05 Donderdag: Jean is natuurlijk al op als ik mijn ene oog opentrek. Pfttt…de pastis is er nog, de luchtjes…snel naar de douches en de wc. Eindelijk verlost van al die troep.
Even later slaat de toeftoef aan en weg zijn wij…naar…weten we nog niet. Net buiten de haven, stroom mee, 10kn wind, wat leftover swell van gisteren, hmm wat doet het deugt om weer op zee te zijn. De grote genua gaat erop en we zijn op weg. 2 mijl verder geen wind meer en weer op motor verder. Het weer is best te aarden en even zijn we bezig op de laptop met de koers of we nu bezuiden White zullen gaan of door de Solent of de boot wordt dooreen geschud door een snel passerende boot met duikers net achter ons. Je bent alleen op zee en toch moet je ogen op je gat hebben, altijd is er kans op een aanvaring. Enfin tegen de vroege middag is het weer tijd voor de aperitief en de maaltijd, nog steeds onder stoom. Jean heeft de paravan uitgezet en meer lijn gestoken, zodat hij dieper ligt. En jawel, we hebben beet. Een dikke makreel kijkt ons triestig aan en we beslissen het diertje terug aan de zee te schenken. Een slag van zijn staartje en weg is hij, we gaan niet verder vissen. Na de middag kunnen we eindelijk zeilen en tegen 16.00u lopen we door de Loe, de nauwe doorgang door net voor Selsy Bill. Het betrekt helemaal en nu begint het echt te waaien. We moeten de genua eraf nemen en op de fok verder zeilen, 28kn wind bij de zeilwissel. We beslissen voor de Solent te gaan, er zijn havens om aan te lopen, moest het weer helemaal omslaan. Het water is groen/blauw met witte schuimkoppen, de lucht is staalgrijs en rondom ons beginnen regenbuien te ontwikkelen.
Nap tower ligt dwars en ik ga op manual, ttz geen autopilot meer. Ik mik op het rechtse fort van de ingang van de Solent. Aan de ingang van de Solent liggen 2 forten: Spithead forts, gebouwd in 1860 ter bescherming van Portsmouth. In de tweede wereldoorlog werd dan nog een dam onderwater gelegd naar het noordelijke fort om duikboten de toegang tot de Solent te ontzeggen, na wat Gunther Prien had gedaan in Scapa Flow met zijn U-96 (binnen en buitenvaren van één van de best bewaakte zone’s waar de Home fleet lag en het Vliegkampschip Ark Royal torpederen). De regen begint nu met bakken uit de hemel te vallen en soms verdwijnen de forten helemaal in een regenbui. Even later glijden we, ik druppelend van het regenwater, en Jean dweilend aan de ingang van de boot, voorbij het fort en voorbij Portsmouth met zijn “spinakker”, een nieuwe toren dat de looks van een spinnakkerzeil heeft. Hovercrafts en andere schepen passeren ons nu dwars en we gaan steeds sneller en sneller want de stroom zit weer mee. Cowes passeren we en het ligt er net zo bij als vroeger, het rood/witte zonnescherm van de Royal Squadron YachtClub is een baken op zich. Het kasteeltje er rond heeft al bijna alle America’s Cup en Admirals Cup jachten zien passeren sedert bijna 200 jaar. De Engelsen gaan nog niet zo snel iets veranderen, waren wij zomaar!We glijden hier ook voorbij, het heeft opgehouden met regenen en het is 20.00u. Ik wil best nog doorgaan naar Poole, maar Jean wil het bij Yarmouth houden. Er zijn mooring boeien voor de haven van Yarmouth gelegd omdat het er zeer druk kan zijn in de zomer. Natuurlijk betalend! Hmmm, even voor Yarmouth is er een klein zeilclubje waar een grote oranje boei ligt, zullen we die even oppikken? Het is al 21.30u en straks is het donker en morgenvroeg zijn we toch snel weg met de volgende stroom. Jean loopt de boei aan en ik merk op dat erop staat “Keep off” en “No mooring”. Wat een vreemde taal, zoiets hebben we nog nooit gezien. Ons Engels gaat erop achteruit! Afmeren dan maar. Avondmaal overspoeld met wat rum van Marie Galante en dan maar gaan slapen.

30/05 Vrijdag: Die rotboei heeft me gans de nacht slecht doen slapen. De stroom was gedraaid en de wind stond kop op stroom en de twee natuurelementen waren in evenwicht met elkaar. Dus de boot bleef bijna op haar plaats, wat ervoor zorgde dat we ongeveer 4 uur staan tikken hebben met de boeg tegen de boei. De boeg is waar ik slaap, dus! Dat kreng heb ik met veel moeite om 03.00u uit het water getild en tegen het anker beslag vastgemaakt. Om 06.30u was Jean er alweer, fris als een hoentje. En ik, verfrompeld als een retributieuitnodiging van Vinci-park. Tegen 07.00u waren we alweer onderweg. Ondanks dat het weekdag was zijn veel bootjes onderweg. Er zeilen hier meer boten in één dag dan dat er in Oostende in een jaar zeilen! Met de stroom mee gaat het snel en vooral… we kunnen zeilen. Met 8/10kn zeil je toch, maar we zijn blijkbaar de enigen, zelfs de UK Sailing Academy (UKSA) vaart op motor voorbij, de jeanetten! The Needles voorbij gaat het nog even maar dan moet ook ons ijzeren paard aanslaan. Bestemming Weymouth maar weer de dure ligplaatsen indachtig zijn is er een andere oplossing. Vlakbij ligt Lulworth Cove, een soort krater in het Dorset landschap, een gril van de natuur, een bijna cirkelvormig gat van een paar honderd meter, als het al zoveel is, waar je op anker kunt. Let wel op, met zuiden of met zuidwesten winden zit je in een gat aan lagerwal. Maar nu, met geen wind en geen deining…14.00u we lopen de Cove binnen en het anker valt even later in het klare water 6m dieper. Er liggen verschillende bootjes. Even middagmaal nuttigen, wat brood en Franse kaas en dan beginnen we “Billietje”, het bijbootje op te blazen. Tegen 15.00u zetten we voeten in de keien van Lulworth Cove. We gaan een wandeling maken op de site van de shooting range. Er wordt vandaar uit met scherp geschoten over zee door het leger, maar vandaag niet! Er zijn prachtige wandelpaden en alles is er kraaknetjes. We zien hoe mooi de Engelse kust is, gespaard van zijn hoogbouw en wolkenkrabbers, zoals onze thuishaven. Alles is er groen en Billy ligt in het staalblauwe water te wachten 50m beneden ons. Echt één van de mooiste plekjes in Zuid Engeland. Een stoere wandeling naar Smuggler’s Cove en een strand vol stenen waar je bijna helemaal alleen kunt genieten van de zee en de natuur. Voor de terugkeer nemen we natuurlijk een shortcut. Ik op sandalen en Jean op slippers. De meeste wandelaars hebben van die trekschoenen aan en zijn redelijk beslijkt. We zien dat ook wel maar doen het af als “das zien echte trekkers!”. Even later begrijpen we waarom, een slijkpoel van een weggetje leidt naar beneden. Ik kan het nog aan op schoeisel, maar Jean niet en eens beneden in Lulworth Cove zit er niets op mijn sandalen in zeewater met steentjes te reinigen, en Jean het zelfde met zijn voeten. De blubber was in worstjes tussen zijn tenen naar boven gekropen! Daarom droegen die gasten hier allemaal trekschoenen. Na het slijkvrij maken van onze voeten, op naar de beschaving. Er zijn inderdaad een paar pubs en winkeltjes in het dorpje ernaast. Veel volk en zelfs een klein vissershutje met visbakken met daarop “Visveiling Oostende”! Ahh daar zijn al die bakken van onze vismijn naartoe. Even een weer veel te dure “pint of lager” en terug naar ons scheepje. De zon is er weer en aperitief op het achterdek van de Billy. We zijn nog met z’n vier bootjes en een overbezorgde achterbuur tuft hopeloos zoekend naar zijn anker om te zien of ie goed ingegraven is. Lekker eten, de rumstock verder aanvallen en gaan slapen in één van de mooiste plekjes in Zuid Engeland. Ik denk aan Inge en de kleine Ella die ik dit allemaal nog moet tonen!

31/05 Zaterdag: Het zit er bijna op voor mij! Vandaag bemanningswissel, en overmorgen weer gaan werken, dat kan toch niet! Weer ontrukken ze me een stukje paradijs, weer elke dag naar Brussel als vee gestapeld in treinen, naar een grijze stad, naar een grijs gebouw, naar een paar idioten die denken dat dit de top van de wereld is, maar waar de natuur gewoon niet verder gaat dan de bloembak die hun vrouw elk jaar opnieuw vult op een terras ergens in een andere grijze stad…
Enfin, weer geen fluit wind en weer is Jean vroeger op dan ik…het gesis van in de pan bakkend spek en eieren, de geur van verse koffie, een half uurtje later zijn we er weer klaar voor. En de zon is er terug! We toeffen, jawel weer op motor uit de cove, 8mijl verder naar Weymouth. Even een schuchtere poging te zeilen maar de wind laat het afweten. 09.30u en we liggen aan het visitors ponton in Weymouth. Ik ga naar de Dorset Yacht Club en wat blijkt, de prijzen van de ligplaatsen zijn in 2 jaar zo gestegen dat Jean nu voor 28ft betaalt wat ik in 2006 voor 38ft betaalde! Bovendien vliegen we nog weg ook, aan de overkant van de brug, weg van de douches. Ze hebben de ligplaatsen nodig voor diepstekende jachten en Billy behoort daar niet toe. Even gaan douchen en dan wat inkopen gaan doen om de logistiek van de boot weer op stock te brengen. Gaan eten zit er niet echt in want je bent algauw 30£ per persoon kwijt en de Engelse restaurants zijn…met Engelse chefs…tja hoe zeg je dat, dat Engelsen niet kunnen koken. We besluiten de gasten met een maaltijd aan boord te ontvangen. Jean zijn echtgenote, Erna, komt met de nieuwe crew Johan, en zijn vrouw Winnie die ook de chauffeur is, deze middag toe in Weymouth. Jean heeft voor Winnie en Johan voor de enige nacht een guesthouse gevonden…
Op de kaai weet ik een viswinkeltje zijn maar er ligt niet zoveel vers. Tot ik een paar dikke staartvissen zie liggen, verse van een dikke kilo/stuk, dat wordt staartvis (lotte of zeeduivel) met rijst in een preiroomsausje.
Na de middag ga ik even winkelen. Ik ken de boel hier redelijk goed, “Elegance” is hier al verschillende keer aangelopen. “Toys and collectables”, “Book Afloat”, een paar boekwinkeltjes….en tegen 17.00u ben ik er terug. Jean zijn crew en familie is net aan gekomen en ze gaan op hun beurt hun guesthouse en de stad wat verkennen. Ik maak de menu klaar. Kistje wijn van 5ltr en tappen maar, gerookte zalm met wat speciale saus, de prei snijden en bakken, de vis kuisen op het ponton, in gezelschap van een paar zilvermeeuwen die vechten om de restjes, en de rijst koken. Eigenlijk allemaal niet zoveel maar het probleem is de hardware. Op Billy is geen oven, om gerechten warm te houden, er zijn maar 2 branders en Jean heeft maar 2 potten en 1 pan, een setje messen, vorken en borden voor 4 personen en we zijn met 5! Enfin tegen 20.00u kan het feestje beginnen. Het wordt een succes. De zalm smaakt heerlijk en het is even wachten tot ik de 2 grote staartvissen gebakken heb en verdeeld heb. De kist wijn schrompelt langzaam weg en het wordt 23.45u als de nieuwe crew naar hun guesthouse verdwijnt. Samen doen we nog even de afwas en ik laat Jean en Erna even alleen. Ik ga wat “de socialen” uithangen in de stad en het uitgangsleven eens van nabij bekijken. In een pub speelt een bandje en de muziek is tof. Ik drink nog een “half pint”, maar wat doe ik hier eindelijk? Mijn Inge en Ella zitten thuis en ik zit hier in een Engelse pub pinten te zuipen met bezopen vrouwen rond me. Dan maar weer op stap. Steeds meer bezopen mensen op straat, veel meer volk dan bij ons. Enkele politieagenten houden de boel wat ik het oog, maar reageren niet als een paar dronken kerels in de haven springen. De tijd van “23.00u last call” is voorbij maar de pubs zijn nu rookvrij. Een goede zaak voor de geur in mijn kleren. Verder is het een verzameling van schaars geklede meiden in de meest ondenkbare kleurencombinaties, half bezopen pubers in zowat alle shirts van de voetbalploegen van hun eerste klasse, …wat doe ik hier eindelijk? Ja, Jean en Erna wat privacy gunnen…ik dwaal verder…naar het strand…zelfde taferelen…dronken in zee gaan zwemmen…dan maar terug naar de boot, even stoppen aan een nagelnieuwe Hanse 43, wat een schip! Het is 01.30u als ik in mijn nest aan boord kruip.

01/06 Zondag: Erna is al dezelfde als Jean, om 06.00u zijn ze al op, early birds... Ik maak er 07.30u van en weer wat meer verfrompeld dan de dag ervoor klim ik uit mijn kot. Wat eten, en inpakken. Jean en Erna zijn terug. Ook zij getuigen van de bezopen zwemmers op het strand.
Het is wachten op Johan en Winnie. Jean wil er zo snel mogelijk vandoor, want de stroom aan Portland wacht niet, de Race van Portland geeft zeker 6kn mee…of tegen en Jean wil geen extra ligdag betalen. Even afscheid nemen en de Billy vaart even later weg. Mijmerend kijk ik haar na…een hoofdstuk afgesloten. Dan maar alles in de nieuwe wagen van Winnie laden en op weg naar Dover.
We zijn geboekt op het schip van 18.00u maar we zullen proberen er eentje vroeger te hebben. Erna en ik moeten werken en vroeg op morgen. Het is 26° en stralende zon in Wey mouth en het vertrek valt me zwaar. Tot Southampton is het binnenwegen, wat een ganse reeks aan oldtimers oplevert, zowel auto’s als moto’s…prachtig toch die Engelsen. Winnie trapt goed op de staart van de wagen en voor 14.00u zijn we al in Dover, zonder files. Ik vraag de dame aan de incheck of we vroeger meekunnen en we kunnen zelfs inschepen op het schip van 14.00u, Engelse tijd. 15.00u en we varen terug het kanaal op, mist, geen wind en 13.5°, we gaan duidelijk terug naar België. Hoogtepunt is de dat de Mount Gay Rum van Barbados in aanbieding staat in de shop, lap weer twee flessen!
Nog even van Duinkerken naar Bredene Erna gaan afzetten en tegen 18.30u zie ik mijn 2 schatten terug Inge en Ella.
Jean, bedankt nogmaals voor deze prachtige trip and…

FAIR WINDS AND FOLLOWING SEAS!

Cowes --> Oostende

Woensdag 19 Juni 2008 Cowes, Isle of White.
Weerbericht: windkracht 7 uit SW met regen en onweer. We blijven een dagje liggen en willen Cowes wel eens volledig bekijken. Dit is echt het Mekka van de wedstrijdzeilerij. Admirals Cuppers, America’s Cuppers, J classers, 8 m jachten, 12 meters…
Daar we op een ponton liggen die eigenlijk niet met het vasteland verbonden is, gaan we telkens naar de kant met het rubberbootje. Roeiend, het is ochgottekes maar 20 meter. Het motortje mag rusten. We maken een wandelingetje naar Cowes en gaan binnen in het nu open winkeltje van de fotograaf; Ik wil wel een fotootje kopen maar ontzie mij toch een beetje het £175 prijskaartje.
Na een bezoek aan het internet cafe om deze blog aan te passen, doen we nog een fikse wandeling. Cowes is mooi. Overal ademt het zeilboten.
De beloofde storm lijkt maar niet te komen. Het waait wel wat maar niet overdreven. Het grootste windgeweld wordt voor deze nacht verwacht. Daarna zou hij afnemen naar kracht 5. De grib files zijn opgeladen






Donderdag 20 Juni 2008. Cowes --> Brighton. Storm op zee.
Piep Piep; Piep Piep…. Eva’s wekker loopt af om 06:20h. Tijd om naar het BBC weerbericht op de Lange golf 198khz te luisteren, zowat een vast morgenritueel geworden .
Ik heb deze nacht eigenlijk niet zo goed geslapen. De wind heeft de ganse nacht door het want gegierd. Nu is het een stuk rustiger. De voorspellingen komen dus uit.
Zucht, we hebben een verse gribfile en ettelijke websites gecheckt dus alles zal wel ok zijn, denk ik zo en blijf liggen.
Tegen zeven staan we dan toch maar op en na een licht ontbijt varen we de Medina River af. De Solent ligt er rustig bij. Achterlijk windje krachtje 4. Een pak stroom mee, vol Grootzeil en uitgeboomde Genua.
Eenmaal uit de Solent krijgen we een hoge achteroplopende deining veroorzaakt door de harde wind van deze nacht. De wind neemt bovendien toe. Kracht 5. Een rifje wordt gestoken.
Onze snelheid over de grond (GPS ) is fenominaal. 8 knopen en meer. De wind doet er nog een schepje bovenop, het tegengestelde van de voorspellingen. Op de Navtex komt een bericht binnen die harde tot stormachtige wind aankondigt voor de volledige regio. Hmmm….. Ik kijk eens op de kaart. Er is weinig uitwijkmogelijkheid. Newhaven is nog dertig mijl. Brighton 23. Terugkeren tegen wind en stroom op is helemaal geen optie en de wind moest toch afnemen ?
Tegen 15:00 uur in de namiddag wordt het menens. We meten geregeld + 23 knopen wind. Onze eigen snelheid hierbij opgeteld ( we lopen met de wind mee) komt dit neer op bijna 30 knopen. Dit is windkracht zeven. De fok is reeds lang gestreken en nu gaat ook nog het derde rif in het Grootzeil. Met dit belachelijk klein zeiloppervlak (dit derde rif heb ik er enige jaren geleden door de zeilmaker laten inzetten, maar werd nog nooit gebruikt) surfen we de grote golven af. We liggen alle drie vast met onze lifelines. Het schot zit in de kajuitingang want overal rondom ons beginnen de golven te breken. Een brekertje die aan boord de kuip inrolt zou wel eens kunnen
We leven op Snickers, Milky Way’s en Marsen. Koken zit er niet meer in. Even binnengaan om de positie te verifieren is zoals binnengaan in een wasmachine. Gelukkig enkel wat de beweging betreft want de Billy is en blijft ook bij al dit geweld een droog schip. Er komt zelfs relatief weinig water over. Er is niemand zeeziek.
16:00h Na een laatste evaluatie besluit ik Brighton aan te lopen. Een veilige haven , ook bij slecht weer. Nog 16 Mijl, een drie uurtjes varen maximum.
Dichter bij de kant lijken de golven wat af te nemen. De wind neemt echter nog toe. Geregeld + 25 kts met een eigen snelheid van ruim 7 knopen. Het zonnetje schijnt en we genieten er eigenlijk wel van ondanks dat ik toch wel moet toegeven wat ongerust te zijn. De Billy doet het goed. Zijn bemanning dus ook.
Op 8 Mijl voor Brighton roep ik de “Port Control” op met de vraag of de toegang met dit weer nog wel veilig is. Een vriendelijke dame stelt mij gerust. It is high Tide at this moment. Come in from the East and you should not have any problems. Just take care for the Waves…(ja dat is het minste wat je ervan kunt zeggen) . We are looking out for you……
Even na 18:00 lopen we, samen met een ander Belgisch zeiljacht, he? waar komt die ineens vandaan?, de haven binnen.
De Kiala uit Nieuwpoort legt eerst aan. Even later helpen ze ons. Ook zij waren verrast door de harde wind ondanks dat zij het weerbericht van deze morgen op de BBC wel gehoord hadden. Ze dachten dat het wel zou meevallen. Niet dus. Het waait hierbinnen 25, soms 27 knopen. De golven slaan over de havenmuur. Oef, we zijn er.
’s Avonds een welverdiende douche lekker eten en slapen. De wind neemt wat af. Midden in de nacht is het windstil.



Vrijdag 21 Juni 2008 Brighton --> Calais
De stroom draait rond negen uur. Rond halfnegen varen we, samen met de andere Belgische boot de haven uit. De vakantie loopt op zijn einde. Nog 120 mijl naar Oostende. Snik ! Bestemming: Dover.
Nog steeds SW wind dus de klassieke zeilvoering. Grootzeil en uitgeboomde fok. Met onze 28 voeter lopen we even snel als onze Belgische vrienden met hun 43 voeter. Een Moody. Een zwaar schip denk ik. Ook hun zeilvoering lijkt niet ideaal. Hun Genua flappert alle kanten op. Misschien hebben ze geen boom of ze zien het niet zitten om hem te zetten. Na een tijdje lopen we hen zelfs in.
De stroom blijft meezitten. Zeven, bijna 8 knopen lopen we over de grond. Tegen de middag komt North Foreland in zicht met een kerncentrale en hoge stroommasten incluis. Een hallucinant landschap na alle natuurpracht van de afgelopen weken.
Dover ligt nog 15 Mijl Noordwaards. Calais 25 in Noord Oostelijke richting. We hebben nog steeds stroom mee en ik besluit door te varen naar Calais. Het weer is ideaal en de wind draait morgen naar SE tot E.
Ter hoogte van de S Varne steken we de traffic lane over. Eerst een parade van schepen die van onze linkerkant opduiken, de ene na de andere loopt voor of achter ons langs. Met behulp van de AIS is alles goed onder controle te houden. Even later komen ze van rechts. Ik bereken dat de stroom nu toch zowat moet beginnen tegen lopen maar we behouden toch een full speed van om en bij de 7 knopen. Pas onder de Franse kust is het gedaan met de leute. De laatste 9 Mijl vergen nog 3 uur varen. Ook de wind gaat er uit en de laatste mijltjes worden op motor afgelegd.
De Engelse gastenvlag wordt na 4 weken gestreken en ziet er toch wat versleten uit. Er zitten zowaar een paar gaten in. De Franse vlag wordt omhooggetrokken.
In Calais leggen we ons op een van de wachtboeitjes in de achterhaven. Geen havengelden. Echt rustig liggen we toch niet. De ganse nacht geklots veroorzaakt door de af en aan varende Ferry’s (??)

Zaterdag 22 Juni Calais --> Oostende
’s Morgens is het weer rustig. Met kleine oogjes (behalve Eva want die is gisterenavond als een blok in slaap gevallen) maken we ons ontbijt klaar. Voor een laatste keer Bacon and Eggs. Geen bonen, worsten of ander fraais ! Je moet ook niet overdrijven. ‘k Zal toch een paar weekjes geen eitjes meer eten. Ik denk dat mijn cholesterol spiegel terug onrustbarend gestegen is. Er zijn er zelfs hier aan boord die durven sugereren dat dit niet alleen door onze eetgewoonten zou komen maar dat ook ons drankverbruik nogal aan de hoge kant ligt. Flauw hoor ! En daarbij heeft diegene die dat gezegd heeft ze volgens mij toch ook niet in de zee gegoten. Na !
De eerste twee uur blijft Calais gewoon naast ons liggen maar met het draaien van de stroom verdwijnt het toch in ons zog. Duinkerke komt in zicht en schiet voorbij. Alle zeilen gaan er terug op. Grootzeil samen met fok, even later de spi erop. Dan een periode geen wind dus motor. Twee uur later valt de wind volledig weg en tegen vieren steekt een zeebriesje op. De grote halfwinder sleept ons tot voor de havengeul van Oostende. Het eerste wat opvalt is dat de windmolen torens allemaal verdwenen zijn. De site ziet er raar leeg uit.
In de club is er zowaar nog leven op het ponton. Een aantal boten zijn bevlagd. Een pontonfeestje is aan de gang. Wij worden uitgenodigd om iets te komen drinken maar ruimen toch eerst de boot op. Ook de familie staat even later bij ons op het ponton. Wij openen op de Billy een flesje Bubbels en vieren de goede afloop van dit mooie avontuur.

Tè gedoan .....

Met dank aan Eva, Johan en Dirk. Zonder hen zou deze cruise niet zo aangenaam geweest zijjn. Bijzondere dank ook aan de thuisblijvers Erna, Inge, Winny, Laurent voor hun geduld bij al deze zotte kuren.

Billy has been Scilly ..........

Darthmouth --> Cowes : 13 Juni tot 18 Juni 2008


Terug vrijdag 13 juni: Dartmouth --> Weymouth
Het weerbericht is dus OK en we zeilen. Het is zeven uur Belgische tijd. Alle Engelsen slapen nog alsook de havenmeesters. We zijn er zo langzamerhand expert in gewonnen. Ook nu betalen we niet, ttz, we hebben gisteren 20 pond betaald en dat vinden we voldoende voor twee dagen. Als ze hier niet mee akkoord zijn, dan moeten ze maar de moeite doen om zelf te komen innen.
We zeilen dus… de rivier de Dart af tot aan de groene en rode boei die de ingang van de haven markeren. Koers 80 graden recht op “Portland Bill” af, een wat stroming betreft even beruchte kaap als kaap De La Hague in Frankrijk waar de stroomsterktes gemakkelijk 4 a 5 knopen kunnen bereiken en waar de Race en de Overfalls bij slecht weer absoluut te vermijden zijn.
Slecht weer is het echter niet. We starten met een windje van om en bij de 15 knopen. Grootzeil en werkfok geven ons een snelheid van zo’n 5 knopen. Het zonnetje schijnt. De zee is nogal ruw, een restantje van de wind van gisteren. Eva komt na een toiletbezoek wat wit rond de neus terug buiten. Ze zegt niet veel meer. Wij eten een boterhammetje. Eva consumeert op mijn aandringen toch een banaantje. Even later heeft ze terug wat kleur. Een overwinning. Midden in de baai valt de wind, een fenomeen die we reeds enige malen mogen ondervinden hebben. De prutter gaat aan voor een uurtje of 4.
Bij de nadering van de kaap krijgen we terug wind …. Uit tegenovergestelde richting. De grote Genua gaat er terug op. Ik lees in de Reeds almanak dat de beste route op enige honderd meters van de kaap het minst problemen zou opleveren. Toch vergt het zowat stalen zenuwen om met een achterlijke wind recht op de rotsen af te stevenen in de wetenschap dat de sterke stroming ons er wel voorbij zal spoelen, iets wat even later tot ons aller opluchting inderdaad gebeurt. De snelheid over de grond loopt op tot acht knopen met slechts vier knopen bootsnelheid. Het water kookt. Overal wervelingen.
Ook de wind zet door en even later mag de grote Genua opgerold worden. We gaan verder op grootzeil richting Weymouth. Even later mag er ook nog een reefje in en de kleine fok wordt ook nog eens uitgehaald. Kwestie van de bemanning wat bezig te houden.
Tegen 1900h liggen we vast, vier dik in Weymouth. De haven meester(es) komt na een half uurtje innen. Geen probleem. Deze mensen doen er iets voor. De nodige info wordt gegeven. Douches hiier, Toiletten daar. Welcome to Weymouth…. De yuppies uit Dartmouth kunnen hier een voorbeeld aan nemen.

Zaterdag 14 Juni Weymouth--> Lulworth Cove
Daar Johan noch Eva dit prachtig stukje natuur die de Cove is gezien hebben besluiten we eerst Weymouth City te bezoeken, dan boodschappen te doen en tegen de middag uit te varen naar Lulworth Cove die ik reeds op de heenreis met Dirk bezocht heb.
Op het strand/ dijk van Weymouth is er blijkbaar een herdenking aan de gang van D-Day, compleet met verschillende standjes waar decoraties en andere prullaria kunnen gekocht worden, waar je met een “raffle” de hoofdprijs, een authentieke relikwie die nog gediend heeft bij de landing in Arromanche op de Frans-Normandische stranden.
Op het strand staan een paar jeeps, een aftandse tank en wat luchtafweergeschut. Je kunt aan het gezicht van de deelnemers nog steeds de fierheid van het winnen van WO II aflezen.
We gaan boodschappen doen. Groenten, brood, wat vlees; Even later kopen we in de viswinkel wat oesters en nog wat St Jacobsschelpen.
Tegen enen varen we uit. Achter ons klikt artilleriegeschut. Dad’s Army forceert een landing op het strand van Weymouth. ….
Een tweetal uurtjes later zeilen we de Cove binnen. Er liggen weinig boten. Dit zal wel iets te maken hebben met de SW wind die toch voor wat swell zorgt. Als even later de wind nog wat doorzet, wordt het nog net niet oncomfortabel maar de meeste boten kiezen er toch voor om naar de veilige haven terug te keren. Wij besluiten het nog wat aan te zien maar zijn toch ook niet ontevreden als de wind terug wat luwt en terug naar het NW draait. De deining neemt af.
De oesters, kanjers van het formaat van “Vlaamse reuzen” worden opgesmikkeld en ondersteund met een flesje “Piper H…”, een sponsoring van Eva, welke reeds een uurtje onder de boot in zee hangt te “chambreren”. ( de fles wel te verstaan) ’t Zijn slechte tijden, maar niet voor ons denk ik zo.
Eva en Johan willen nog een wandelingetje maken en blazen het rubberbootje op. Even later roeien ze naar de kant. Ik blijf aan boord en geef ze de portabele VHF mee en even later doen ze een praatje met het “basisstation Billy” vanop een verlaten bergtop. Is’t eten nog nie gereed? Over ! “In about an half an hour, dinner will be served”, over… “Roger, over and out”, klinkt het !

Slaapwel van uit Lulworth cove op:
50° 37’ 076 N
02° 14’ 766 W

Eva, Johan en Jean










Zondag 16 juni 2008 . Lulwordt Cove -> Poole
Eva kan maar niet genoeg krijgen van het bijbootje en gaat nog even roeiend aan land om de vuilbakken weg te brengen.
Tegen negenen vertrekken we voor een vijftien mijltjes. Zwak windje, stroom mee voor de eerste 2 uren. Fluitje van een cent. Blijkt dat er toch iets misgegaan is met mijn berekeningen. Na een uurtje blijken we reeds een fikse stroom op de neus te hebben. St Albins Head ronden gaat nog net maar ter hoogte van de volgende kaap, Anvil Point zijn we (op motor wegens geen wind) bijna aan het “surplacen” ondanks dat we toch zo’n 5 knopen door het water lopen. Miljaar ! zeker 3,5 knoop tegen. Tergend langzaam schuift de kust voorbij. We kruipen zo dicht als we durven onder de rotsen om zoveel mogelijk uit de tegenstroom te blijven naar voorbeeld van enkele lokale zeilers. Deze kust is toch wel echt subliem en indrukwekkende rotspartijen komen voorbij.
Nabij Handfast Point staan enkele krijtrotsen mooi te wezen in het middagzonnetje. In Studland baai gaan we voor anker met zicht op al dit fraais. We zijn 6 uur onderweg geweest. Haha, wat een mop. We wachten het opkomend tij op om het labyrinth van Poole binnen te varen, volgens de “boeksken” het gebied met de hoogste concentraties jachten aan Moorings, ankers, in Marina’s, zoniet van West Europa, dan toch zeker in de UK.
En wat een prachtig natuurgebied is dit hier toch. Eilandjes, kreekjes, doorsteekjes. Overal vogels en boten. We varen binnen via het Swash kanaal, samen met een Fast Ferry en een twintigtal andere jachten door een kanaal dat volgens mij een stuk smaller is dan de Oostendse haven. Niks, geen lichten noch moeilijk doenerij via de VHF.
We varen rond Brownsea Island en komen uiteindelijk ten anker juist ten zuiden van Fursey Island. Rust, maar wat hoor ik; een diep gerommel. Honger. Een Chili Con Carne wordt klaargemaakt. Lekker. Een rood wijntje erbij kan nog net.
Even later zitten we te genieten van een mooie zonsondergang. Johan monteert het ankerlicht en we gaan maffen.
Morgen….

Maandag 17 Juni 2008 Poole -->Lymington on the Solent
Deze nacht staat zeker in de analen als de rustigste nacht voor anker op deze reis. Geen rimpeltje op het water. We liggen 30 meter buiten de vaargeul, samen met nog 4 andere jachten. Het is muisstil. Na een ontbijt en een kattewasje, gaan we op de motor enkele kreekjes verkennen. Eva zegt dat het hier op Zweden lijkt. Zij kan het weten want ze heeft er een jaar gewoond en gestudeerd. Na het ronden van enkele eilandjes zien we de bewoonde wereld terug in de vorm van enkele Mega Jachthavens. We kiezen de kleinste ervan uit om onze watertank, die een gorgelend geluid maakt als het kraantje geopend wordt, aan te vullen. We sturen ons mooiste bemanningslid ( Eva dus) er op uit om de havenmeester te vragen of dit mag. Ze kijkt de man even diep in de ogen . We krijgen 20 minuten “ and you have to flush the hose before using it” (???) Nadat onze frank gevallen is begrijpen we het dat dit is om de kwalijke beestjes die eventueel in een waterdarm kunnen zitten te evacueren. We geven de Billy een wel verdiend bad met zoet water, de beestjes zullen haar wel niet deren, alvorens 120 liter water in onze tank te laten verdwijnen.. Een Engelse bemanning geeft een opvoering van hoe een ligplaats niet moet verlaten worden. Ze slagen er in om drie boten net niet te rammen. De stuurman geeft gas vol vooruit, achteruit. Zijn bemanning loopt van her naar der met stootwillen. Jongens !.....
Eenmaal de Poole haven uit liggen we 70° halve wind met grootzeil en halfwinder. Aanvankelijk lopen we een knoop of 2 SOG maar gaandeweg komt er wat meer wind en lopen we toch zo’n 3,5 a 4 kts SOG. Op de log gaat de snelheid bo ven de 5 knopen maar we zitten tegenstroom. Toch zien we na een tijdje de Needles en het eerste fort van de Solent dichtbij komen.
We zeilen de Solent op zoals het hoort dwz we zetten de spi erop. We zijn niet alleen. Overal zeilboten . Dit is toch wel the place to be. We hadden een mooie zeildag.
Lymington is onze eerste haven. Niet alleen omdat dit zo past maar ook omdat dit de plaats is waar de Contessa’s gemaakt worden. In verband met mijn verdere zeilplannen wordt wel eens dromerig uitgekeken naar een echte oceaanboot. Een Contessa 32 staat hoog op mijn verlangenlijstje. De goede prestaties van de Billy o.a. op de overtocht naar de Scilly’s laten mij soms twijfelen aan de noodzakelijkheid hiervan maar toch. Ook het financiele aspect is nogal onrustwekkend. 4 voet meer betekent ook een verdubbeling van alle kosten. (aankoop, liggeld, anti-fouling, onderdelen aan mast en tuigage) We zien wel. Een aantal mooie exemplaren van Contessa 26’s liggen aan boeitjes bij het binnenvaren.
De liggelden zijn ook nogal aan de forse kant. 29 Pond per nacht ! Miljaar. ’t Is dat we stnken en hard aan douche toe zijn want anders….

Ook mag Eva even de mast in om wat smeer en controlewerk te doen. Ze maakt ook enkele mooie foto's. Moedige meid. 13 meter hoog is toch wel wat. Zie die mastbuiging...
Lymington valt als stadje wat tegen, vooral in deze avondlijke uren. Geen kat te zien op straat. Geen enkele kroeg open. Enkele restaurantjes met twee a 3 gasten…..


Dinsdag 18 Juni 2008 . Lymington --> Cowes, Isle of White
Het zonnetje schijnt terug. Voor morgen geeft het weerbericht een storm uit die zich doorheen het kanaal zal wringen met harde wind tot acht beaufort . We profiteren van deze laatste mooie dag om naar Cowes te varen. We zitten terug tegenstroom op de Solent doch dit is niet zo erg want er staat een mooi achterlijk windje.Dit is puur genieten. De genua wordt op de boom gezet en we stuiven met een zes mijls vaart door het water op Cowes af. Een tiental Admirals Cuppers snijdt ons de pas af net voor de aanloopboei van de rivier de Medina. We nemen de boom weg en maken een stormrondje en laten deze zware jongens voorgaan.
We passeren de kanonnen aan de jachtclub van Cowes en vinden het spijtig dat ze ons geen ere saluutschot gunnen. De munitie zal op zijn zeker ?
We kiezen voor de UKSA marina (UK Sailing Academy) waar volgens de pilot enige visitors plaatsen zouden voorhanden zijn aan democratische prijzen.
We leggen vast aan een drijvend ponton en sturen Eva naar de kant. Als ze terug komt weten we eigenlijk nog niet veel behalve dat we hier wel mogen liggen doch de komst van de havenmeester moeten afwachten en dat het 15 pond per nacht zou zijn.
We krijgen achterburen. Een wedstrijdboot ramt de Billy bijna. Om verdere schade te vermijden gaan we ze wat helpen. De schipper nodigt ons uit een wedstrijdje mee te varen. We hebben echter nog niet gegeten en besluiten dit aanbod toch maar af te slaan. Als we iets later op de promenade de wedstrijdschepen zien voorbijspuiten beklagen we dit toch wel een beetje. Soit, we zijn op vakantie, geen dommigheden….
We gaan even later met het bootje naar de kant en bezoeken Cowes. Een mooi stadje met veel aan zeilzaken gerelateerde winkels en “chandlery’s” We passeren zowaar het winkeltje van de wereldberoemde fotograaf “Beken of Cowes” “ We have negatives starting fom 1855 “ staat op een blaadje vermeld. …….




Tot later




Eva, Johan en Jean

Falmouth --> Weymouth

Dinsdag 10 juni: Famouth naar de River Yealm
De volgende morgen lijkt alles terug opgeklaard. Er staat wel nog een mooi windje. Tegen negenen, zeiltjes op en we zeilen de rivier af. Een solozeiler in een deriveur zeilt met ons mee. Terug een tochtje van zo’n veertig mijl naar de “River Yealm” staat op het programma. Het wordt een prachtige tocht. Nu en dan een windstilte wordt afgewisseld met lange perioden met een zacht briesje. We hebben en Paravane uitstaan ( om Makreel te vangen) Na een poos is het duidelijk dat de makreel enkel bijt tijdens de periodes van zwakke wind. Van zodra de snelheid boven de drie knopen gaat, bijten ze niet meer. ’ t Zijn tenslotte Engelse makrelen niewaar. De ene makreel na de andere wordt opgehaald. Johan, die dit gedoe aanvankelijk met lede ogen aanzag, wordt steeds enthousiaster. Toch stoppen we na 6 makrelen. Die worden gekuist en direct gefileerd voor de BBQ deze avond.
De Yealm wordt opgevaren en we maken ons vast aan een boeitje. Een havenmeester is niet te zien en we besluiten morgen vroeg te vertrekken. Zo sparen we havengelden uit. Telkens 15 a 20 pond per nacht, met soms matige faciliteiten (douches e.a.) zijn een beetje te veel van het goede. We zijn wel braaf, maar niet gek.
De BBQ wil niet branden en de makreel wordt dus gebakken in de pan met als gevolg dat de Billy na drie dagen nog naar makreel stinkt.

Woensdag 11 Juni: River Yealm --> Dartmouth
Vroeg opgestaan en met een matig achterlijk windje de rivier uitgezeild. Grootzeil en uitgeboomde grote Genua. Dit gaat zo zijn gangetje totdat de wind er tenslotte de brui aangeeft en vader motor terug aangaat. Goed voor de batterijen. Ter hoogte van Start Point moeten we een stuk oploeven en kan het zeil terug overnemen. Rust. Eindelijk. Tegen tweeen lopen we Dartmouth binnen. We krijgen een berichtje van Eva dat ze tegen 20:00h zal aankomen. We doen boodschappen en ruimen de boot wat op. We liggen in Kingswear in Darthaven Marine en even later belt Eva vanop de tegenoverliggende oever. We gaan haar ophalen met het rubberbootje. Ze heeft een grote zware rugzak bij. Even later blijkt die plots een zevental kilo lichter als ze haar drankvoorraad (enkele wijnflessen en een fles Pastis eruit haalt. Goe meiske die Eva !

Donderdag 12 juni: Dartmouth: harde wind.
Het weerbericht ziet er niet fraai uit. Harde Noorderlijke wind 4 à 5 . 6 à 7 later. Brr ! Niets voor ons. We gaan de Dart opvaren. Zonder kaart lijkt dit aanvankelijk wat moeilijk doch de volledige rivier ligt vol boten op boeitjes afgemeerd. Door deze botenrij te volgen , komen we uiteindelijk op het verst bevaarbare gedeelte aan tegen de middag. We hebben nog een uurtje vóór hoog water. We bakken pannenkoeken en laten het niet aans ons hart komen. Tegen 13:00h trekken we het zeil op en zeilen terug naar Dartmouth. We leggen de boot terug aan in de Marina en doen alsof onze neus bloedt en “vergeten” ons aan te melden bij de havenmeester. De yuppies die dit bureau bevolken moeten maar zelf eens uit hun pijp komen. We nemen de overzet naar het stadscentrum en proeven nog maar eens van een Engelse specialiteit: fudge ttz een soort zachte caramels. We maken een wandelingetje naar het Dartmouth Castle en gaan nog tegen beter weten in een Guinnes drinken in de Dartmouth Yachtclub. Slecht dat dat is ! Niet te zuipen. !

Vrijdag 13 juni. Never sail on Friday the 13th
Als het weerbericht OK is, zeilen we ! To hell with it !

Zaterdag 14 juni
We hebben gezeild en liggen nu terug in Weymouth….. Later meer

4 Juni --> 9 juni: Billy is Scilly

Woensdag 4 juni: Newlyn
Gale warning for “Shannon” zorgt voor de regio “Lands End and Isles of Scilly” voor een “strong wind warning SW 5 a 6 occasional 7. We blijven dus in de haven . Morgen wordt het beter.
We gaan een wandeling maken naar Mousehole, een typisch Cornwall dorpje op twee Mile afstand ( 3km) met piepkleine droogvallende haven. Overal pittoreske huisjes met vriendelijke dames die er echt op uit zijn om ons de weg te tonen to “ very exclusive place” . Spijtig genoeg zijn het gros van deze dames van een leeftijd die ons niet zo inspireert tot andere dingen dan het braaf opvolgen van hun instructies. We keren terug lags het “coastal path” , waarbij het einde van het woord “path” met overdreven “th” uitgang moet uitgesproken worden met de tong tussen de lippen zodat het speeksel alle kanten uitvliegt. Jongens, jongens….
Tegen drieen zijn we terug en eten zoals de echte rijken. (we zijn ook rijk)
Johan’s kookkunsten zijn niet zoals die van Dirk. Het lijkt ons beiden beter dat ik als kok fungeer. Johan biedt zich aan als “plongeur” en als manusje van alles in de keuken. Het in blokjes snijden van 3 op 3 mm van een ajuin is zijn specialiteit. Een secuur manneke, die Johan.
Deze avond gaan we in het lokale vissers – diepzeeduikers clubje nog eens op Internet (gratis) kijken wat de dag van morgen ons op weergebied zal brengen. Volgens mij ziet het er niet al te slecht uit.
We horen zopas dat ons derde bemanningslid Eva waarschijnlijk vrijdagavond met de trein komt. Waarschijnlijk liggen we dan op de Scilly’s op anker in St Mary’s zodat ze ook nog eens de ferry zal moeten nemen. We verwachten zo rond dinsdag of woensdag de terugweg aan te vatten, maar zoals je weet is plannen met een boot nogal moeilijk. Het zou mij niet verwonderen mocht nog een weekje extra congé nodig zijn ( graptjen ee, graptjen…)
We zitten momenteel in rechte lijn zo’n 320 mijl van Oostende.
Op het log staan er momenteel 350. Nog 30 miles to go.

Tot een volgende

Johan en Jean


Donderdag 5 juni: Newlyn -> Isle of Scilly (St Mary)
Als we donderdagmorgen rond zeven onze neus buiten steken is het mooi weer. De wind zit terug in de NW hoek wat hier garant staat voor mooi weer. In de vissershaven is het reeds volop druk. We gaan naar de “Mission”, een soort sociaal centrum voor Vissers en Duikers. Daar kunnen we gratis het Internet op. Een “thea love” kost je een halve pond bij de rondborstige dame achter het buffet. De mensen zijn er vriendelijk alhoewel duidelijk niet ingesteld op zeilers. We kunnen er de sleutel afhalen voor de douche, ook alweer een tijdje geleden maar wie maakt zich hier druk om.
Na water tanken vertrekken we. Het eerste stuk naar Lands End ( het einde van de wereld) start met ruime wind. De Scillonian Ferry vaart ook uit en wijst ons de weg. Ook een andere zeilboot, een 41 voeter vaart zwaar gereefd met ons mee. Na het ronder van de uiterste Westpunt van de UK, moeten wij aan de wind en moet er ook bij ons een reefje in. De oceaandeining is indrukwekkend. Een lange deining van misschien wel 2 a 3 meter hoog maakt mij bij momenten wat ongerust doch de Billy lijkt zich hier niets van aan te trekken. Zonder slaan en als ploegend door zachte boter vervolgt hij zijn weg onder automatische piloot (windvaan)

Een mooie driemaster passeert. het is zowaar een Hollander.
Als we ter hoogte van Wolf Rock zitten wordt de deining nog iets hoger en ook de wind komt niet meer onder de 20 knopen uit.. 22, 23, 24 knopen, das toch bijna windkracht zes. De golven beginnen te krullen en nu en dan spuit er eentje over ons heen. Het moet nu toch niet veel gekker meer worden. Een controle van de kaarten, het uitzetten van de positie op de kaart in de kajuit zorgt er voor dat ik na een tiental minuten zwetend en bleekskens buiten kom. Het gaat terug over na het eten van een banaantje.
Plots zijn ze er: dolfijnen ! 10, nee 20, nee zeker dertig- !. Ze blijven zeker een half uur bij ons. Buitelen voor de boeg langs, duiken omgekeerd onder de boot door waarbij je hun witte buiken als torpedo’s door het water ziet suizen. Er zitten ook kleintjes bij. Een machtig zicht. We zijn alle twee onder de indruk. Zij lijken zich echt te amuzeren. Soms lijkt het dat ze zich op hun zij draaien om ons aan te kijken.
Even later hoor ik geroep achter ons. Twee mafkezen op een kleine rubberboot varen achter ons aan en vragen ons de richting naar de Scilly’s. Zijn die gasten nu helemaal zot ? We geven ze een richting met een armgebaar en weg zijn ze. ( we hebben ze later aan de steiger in St May’s zien liggen, dus alles is goed afgelopen.) Oef !
Wij houden de 41 voeter goed bij. Zijn zeilen staan constant te klapperen. Met zo’n boot moet je toch een stuk vlugger zijn als wij ?
Aan de einder komen stilaan de Scilly’s in zicht. Voor onze medezeiler blijkbaar een sein om zijn motor aan te steken en hij gaat er recht tegen de wind in als een speer vandoor. Wij kruisen verder. Op ons motertje tegen dergelijke zee en wind opboksen is onmogelijk Na een tweetal uren komen we uiteindelijk toch onder de lij van de eilanden en neemt de hoge deining uiteindelijk af. Wij zijn er niet rouwig om en lopen even later “Port Cressa” binnen op het eiland St Mary’s waar we ons anker in het zand laten vallen. We kunnen het zien liggen op zo’n 8 meter diepte, zo klaar is het water. En blauw !
Moe en tevreden openen we een flesje bubbels, ons voor deze gelegenheid geschonken door één van onze gulle sponsors. Doordat we de ganse dag niet zoveel gegeten hebben zijn we direct zo zat als twee Zwitsers. Yes ! We zijn er ! Het doel van de reis is bereikt. Ik glunder !

Vrijdag 6 mei St Mary’s - St Agnes ( 2 mijl) !!
08:00h Belgische tijd, 07:00h plaatselijk, staan we op het strand van Hugh Town. We hebben de rubberboot opgeblazen en het motortje erop gezet. Door de helderheid van het water stap ik veel te vroeg uit en hou er een natte broek aan over. Ook Johan’s sokken houden het niet droog. We verkennen het stadje en zoeken tevergeefs een viswinkel. Wij willen Lobsters ……
Njet dus. Geen lokale viswinkel te bespeuren. Ook een plaatselijke schone van om en nabij de zeventig lentes kan ons niet helpen.
We verkennen de plaatselijke handelszaken en vinden een supermarktje waar we de nodige ingrediënten opslaan voor een BBQ op een of ander afgelegen strandje. Ze kennen hie rook wel de prijs: 30 pond en we hebben ocharme toch echt niet zoveel mee.
Even later zijn we terug op de boot. Er is praktisch geen wind. Na een blik op de kaart besluiten we naar het nabij gelegen eiland St Agnes te verkassen. The Cove , lijkt ons wel wat. Dat het “maar” 2 mijl verwijderd is van onze huidige ankerplaats mag de pret niet drukken. Amper een uur later liggen we terug vast. Het rubberbootje hangt nog steeds aan de achtersteven, dus instappen en afvaren. Precies echt. We voelen ons nu al echte cruisers. De landing op het strand loopt al wat vlotter. St Agnes is een prachtig eiland. Onbedorven natuur, vogels, wat wandelaars, geen echte wegen, enkel wat zandpistes. Bij een plaatselijke schoonheid die het postkantoor, fruit en groentewinkel, cafetaria en wat nog al niet meer uitbaat, kopen we een ijsje.
Even later telefoneren we ook nog eens met het huisfront. Alles gaat daar goed zonder ons. Nog twee weekjes….
’s Avonds laden we de bootsemmer vol met de gekochte BBQ benodigdheden. Een wegwerp BBQ, een flesje wijn, Jacked patatoes die we net gekookt hebben, een ajuin, gesneden tomaten, komkommer, een stuk zalm en wat worstjes. Je ziet dat we niets te kort komen.
Het grootste probleem is een plat rotsblok vinden om de BBQ op te zetten. Even later kringelt er wat rook op. We zijn alleen op het strand. Het water komt op en even later is de splitsing van St Agnes een feit. De spleet van Agnes !
Het stukje zalm is een succes. Lekker gekruid en met wat tomaten. Een schoon voorgerechtje. De kok van dienst krijgt wat problemen met de worstjes. Rond van vorm zoals de meeste onder hen, vinden zij er een duivels genoegen in steeds van het roostertje af te rollen. Chi-chi boy van dienst Johan gaat ze steeds wat afspoelen in de zee. Wat verse kruiden erop en geen mens die het proeft.
Tegen tienen, de zon schijnt nog steeds gaan we terug naar de boot. Er liggen 3 boten in de Cove. Het is windstil…..

Zaterdag 7 Mei St Agnes – Tresco: New Grimsby Sound
Tegen zeven zijn we op. Ontbijt: klassiek : bacon and eggs. Om 8 uur start de motor. Er is terug geen wind. Het is hoog water. Dit is ook nodig voor de tocht die we nu willen doen. Via St Mary’s gaan we Noordwaards tussen de eilanden door over een terrein die bij laag water droog komt te liggen en vol ligt met rotsen. Door het goed opvolgen van de instructie in de pilot en een haarscherpe GPS navigatie komen we er zonder kleerscheuren doorheen. We pikken een ankerboei op tussen Tresco en Bryher. Er staat hier een pak stroom, die bovendien met het getij iedere zes uur 180 graden draait. Niet echt aan te raden om hier te ankeren dus. Van in de kuip hebben we een luguber uitzicht op Hangmann Island, waar op de top nog steeds een galg staat die vroeger gebruikt werd om veroordeelden op te hangen. (jaja, wat had je gedacht...)
Hier is wat meer activiteit. Lokale kleine ferrybootjes brengen toeristen af en aan die een rondje Scilly’s geboekt hebben.
Met ons motorbootje varen we van het ene eilandje naar het andere. Het is overal even mooi. Tropisch blauw en helder water, zuiderse plantengroei. Nergens merken we zwerfvuil op. Ofwel zijn de Engelsen modelonderdanen, ofwel wordt het afval hier regelmatig opgeruimd.

Zondag 8 mei: Tresco - >St Mary’s en vertrek naar Falmouth.
Nog steeds prachtig weer. We varen dit keer volledig buitenom alle eilanden terug naar ons beginpunt. Er is een Noordelijk windje, 10 knopen. In Port Cressa, gaan we boodschappen doen en het weerbericht raadplegen. Dit ziet er voor vandaag en morgen nog goed uit doch dinsdag zou er een harde wind staan uit zuidelijke richting. Daar we Eva woensdag moeten oppikken in Dartmouth, besluiten we deze namiddag nog te vertrekken en een nachtje door te zeilen. Alles wordt opgeruimd en zeevast gezet. Anker op en weg zijn we. Het was mooi maar we willen terug wat zeilen. Ons doel is bereikt en ook de Zuidkust van Engeland is nog een prachtig vaargebied waar we van willen genieten.
Het is prachtig weer. Het grootzeil en de grote halfwinder geven ons een 4 à 5 knoop snelheid en zachtjes aan zien we de eilanden achter ons kleiner worden.
Als “Wolf Rock” aan BB dwars ligt, zijn de eilanden verdwenen…. Tegen middernacht ronden we kaap Lizard doch krijgen dan een steeds toenemende wind en stroming tegen. Het is pas om zeven uur ’s morgens als we doodmoe Falmouth binnenlopen. Er hangt serieus wat bewolking doch even later trekt het terug open en wordt het bloedheet.
Bij de plaatselijk visboer kopen we 12 oesters en wat St Jacobsschelpen. Veel keuze is er niet doch alles komt van de lokale vissers en is dan ook zeer vers. Aperitief dus twaalf oestertjes, gevolgd door in boter en knoflook gebakken St Jacobsschelpen met geroosterd brood. Wat denk je ? Meer moet dat niet zijn, niewaar !
Naast de boot zwemmen een groepje dolfijnen. De dieren zijn waarschijnlijk verdwaald want laat in de namiddag draaien ze nog steeds rondje. Als dit maar goed afloopt….
De was wordt gedaan en opgehangen. De boot lijkt wel een uitdragerswinkeltje.


Tot Morgen
Jean en Johan

Dinsdag 3 juni: Falmouth – Newlyn – 35 Miles

Dinsdag 3 juni: Falmouth – Newlyn – 35 Miles
Een West tot NW wind waait stevig als we rond 07:00h Falmouth Marina verlaten.Ons ontbijt bestond uit een banaan met wat Muësli. We verwachten een ruw ritje , dus koffie en een zwaar ontbijt (vb bacon and eggs, amaai mijn cholesterol) is niet aan te raden.
Het is eigenlijk wel mooi weer. Het eerste stuk is voor de wind. De Navik windvaan stuurt als een dronkeman. Een en ander wordt nagezien, gesmeerd met WD 40 en verbeterd. De wind neemt toe, dus wordt ook een eerste rif gestoken. We blijven een 3-tal mijl van Lizard Point af ivm de Overfalls ( brekende zeeën veroorzaakt door sterke stromingen en ondiepten rond een kaap)
Langzaam aan komen we op een aan de windse koers. Het gaat goed. Ondanks een 22 kts wind nemen we relatief weinig water over.
Tegen de middag is Newlyn eigenlijk al bezeilbaar en we gaan overstag. Spijtg genoeg draait de wind van W-NW na NW en moeten we nog een paar keer overstag vooraleer we de haven kunnen binnenlopen. Een windvlaag gaat er met mijn pet vandoor. Een reddingsoperatie mislukt en de pet gaat de diepte in ( 40 m) Soit !
Newlyn is de grootste vissershaven van ZW Engeland en er zijn eigenlijk geen voorzieningen voor Jachten. Toch vinden we relatief gemakkelijk een plaatsje langszij een andere zeilboot die hier toch al enige tijd ligt, te zien aan de meeuwenstr… op zijn dek. Heughh ! Vieze beesten.
We doen een "puderondje" in het dorp en gaan boodschappen doen in de plaatselijke supermarkt. Terug op de boot beluisteren en bekijken we het weerbericht op de VHF en de Navtex . Het ziet er niet zo fraai uit. De gale warnings vliegen ons nog maar eens om de oren. Toch wat dichtbij nu. Ook voor onze sector geldt een "strong wind warning". NW 4 a 5, backing SW 6.
We maken ons niet te veel zorgen en zien morgen wel .

Woensdag 4 juni Newlyn
Gale warning for "Shannon" zorgt voor de regio "Lands End and Isles of Scilly" voor een "strong wind warning SW 5 a 6 occasional 7. We blijven dus in de haven . Morgen wordt het beter.
We gaan een wandeling maken naar Mousehole, een typisch Cornwall dorpje op twee Mile afstand ( 3km) met piepkleine droogvallende haven. Overal pittoreske huisjes met vriendelijke dames die er echt op uit zijn om ons de weg te tonen to " very exclusive places" . Spijtig genoeg zijn het gros van deze dames van een leeftijd die ons niet zo inspireert tot andere dingen dan het braaf opvolgen van hun instructies. We keren terug lags het "coastal path" , waarbij het einde van het woord "path" met overdreven "th" uitgang moet uitgesproken worden met de tong tussen de lippen zodat het speeksel alle kanten uitvliegt. Jongens, jongens….
Tegen drieen zijn we terug en eten zoals de echte rijken. (we zijn ook rijk)
Johan’s kookkunsten zijn niet zoals die van Dirk. Het lijkt ons beiden beter dat ik als kok fungeer. Johan biedt zich aan als "plongeur" en als manusje van alles in de keuken. Het in blokjes snijden van 3 op 3 mm van een ajuin is zijn specialiteit. Een secuur manneke, die Johan.
Deze avond gaan we in het lokale vissers – diepzeeduikers clubje nog eens op Internet (gratis) kijken wat de dag van morgen ons op weergebied zal brengen. Volgens mij ziet het er niet al te slecht uit.
We horen zopas dat ons derde bemanningslid Eva waarschijnlijk vrijdagavond met de trein komt. Waarschijnlijk liggen we dan op de Scilly’s op anker in St Mary’s zodat ze ook nog eens de ferry zal moeten nemen. We verwachten zo rond dinsdag of woensdag de terugweg aan te vatten, maar zoals je weet is plannen met een boot nogal moeilijk. Het zou mij niet verwonderen mocht nog een weekje extra congé nodig zijn ( graptjen ee, graptjen…)
We zitten momenteel in rechte lijn zo’n 320 mijl van Oostende.
Op het log staan er momenteel 350. Nog 30 miles to go.
Tot een volgende
Johan en Jean

Lulworth Cove – Weymouth - Falmouth


Zaterdag 31 mei: Lulworth Cove – Weymouth
We ontwaken in ons mini paradijsje. In de volledige cove liggen 4 boten. Er is nog geen enkele toerist te zien. Dit zal in de zomermaanden wel anders zijn. Een zacht briesje belooft ons een mooi zeiltochtje van weliswaar amper 7 mijl, maar toch. Eens buiten blijft van dit prachtig briesje vrij weinig nodig en er rest ons niets anders dan terug de motor te gebruiken. Tegen onze principes maar voor deze keer moet het maar. We hebben een afspraak met mijn vrouw Erna, Johan, mijn nieuwe bemanningslid en vrouwe Winnie in Weymouth en we moeten nog boodschappen doen voor het eten voor vanavond. Hmmm!
We worden echte watjes want nauwelijks een groot uur na het vertrek in de Cove, liggen we al weer vast in Weymouth. Bekend terrein voor ons want twee jaar geleden waren Dirk, Inge en ik hier ook met de Elegance (zie www.elegance-be.tk) na de overtocht uit de Azoren. Er is hier schijnbaar nog niets veranderd. Wat zou het, “This is good old England, it ain’t Belgium”. …..
We gaan inkopen doen om ons bezoek in de watten te leggen. Dirk ziet het zitten om twee grote staartvissen klaar te maken, voorafgegaan door een voorgerechtje met zalm. Lekker. De sfeer zit er in.
Daar we met zijn vijven moeilijk een slaapplaatsje vinden op de Billy, wordt ook een B&B georganiseerd op de kaai enkele tientallen meters van onze ligplaats.
Met pijn in het hart neemt Dirk afscheid. Een goede kameraad vertrekt, een goede komt in zijn plaats. Zowel Johan als ikzelf zijn nogal ongeduldig om te vertrekken. De stroom wacht niet. Rond elf vertrekken we dan uiteindelijk na een halve vaste start waar opeens geen enkel toestel meer werkt. Geen GPS, geen VHF, geen dieptemeter.. Johan had per ongeluk de batterij-switch afgezet. Oef !
Na een uurtje zitten we midden in de Portland race. Toch serieuze brekers komen ons tegemoet. Eentje ervan breekt over het voordek. Johan, die dit nog nooit meegemaakt heeft, kijkt wat ongerust. Geen plaats om met slecht weer te komen. We lopen 10 knopen over de grond met een watersnelheid van 4,3 kts !!!!!!
Even later zijn we er door. Spijtig genoeg nog steeds geen wind. Wel prachtig weer; De stroom komt en gaat en zo rond negenen ‘s avonds kunnen we eigenlijk Dartmouth binnenlopen. Ware het niet dat de stroom juist in de goede richting draait, hadden we het nog gedaan ook. We besluiten toch door te zetten na het horen van het weerbericht. NW 3 à 4, occasional 5. Er moet toch eens wind komen…. Spijtig genoeg zal het niet voor direct zijn. We zien ons genoodzaakt verder te motoren en lopen tenslotte na 101 mijl, waarvan toch zo’n 90 op de motor, Falmouth binnen, na een huzarenstukje GPS, diepte, gehoor en feeling navigatie in een potdikke mist.
De afgelopen nacht hadden we een wachtsysteem ingevoerd per 3 uur. Ondanks dat we toch beiden geslapen hebben zijn we alle 2 bekaf van de spanning.
We hebben de weerberichten eens bekeken en denken dat we morgen of woensdag naar de Scilly’s gaan.


Laatste bericht: dinsdag 3 juni 07:00h: we vertrekken naar Newlyn, halverwege de Scilly’s en Falmouth

Wordt vervolgd

Johan en Jean