Verslag van een opstapper (Dirk)

Verslag van een opstapper :

Jean had in 2006 als enige gereageerd op onze bijna smeekbede om bemanning om onze boot van de Caribbean naar Oostende terug te zeilen (s/y Elegance, http://www.elegance-be.tk/). Hij is toen helemaal naar de Azoren gevlogen om met ons via Falmouth en Weymouth naar het grijze Oostende terug te zeilen.
Het was deze keer de beurt aan Jean om voor zijn trip naar de Scilly Islands in bemannings-problemen te zitten.
Net zoals bij velen is het een probleem om steeds genoeg verlof bijeen te sprokkelen om grotere afstanden te zeilen. Toch kon ik er een weekje uitpitsen, want deze zomer moet (mag) ik ook al 3weken de oceaan op om het nagelnieuwe s/y Brexan² naar Lagos, Portugal, te zeilen (www.brexan2sailing.com).
Enfin, we zouden een week samen zeilen en s/y Billy zover mogelijk proberen te brengen om ergens aan de Engelse Zuidkust nieuwe bemanning te laten inschepen.

De week voor ons vertrek, gepland op 24 mei, volgde ik nauwgezet de weerberichten. Het zag er helemaal niet zo best uit voor zaterdag 24 mei: 37kn wind met gusts tot 44kn en “gale warning” voor Dover. Dagje uitstellen dan maar en eigenlijk paste dit ook wel wat in ons kraam aangezien het net “Oostende voor Anker” was. Natuurlijk was het de zaterdag morgen stralend weer en 10/15kn wind. Knarsetanden dus maar. Toch was het na de middag wel rond de 30/35kn en eigenlijk best zeilbaar.

25/05: Zondagmorgen 08.30u, typisch Belgisch weertje, grijs, overtrokken, kom ik uiteindelijk met zeilzak en zeilpak aan op “den Billy”. Vrouw en kindje mee in het gure weer tot op het ponton. Een emotioneel afscheid van Inge, die sedert ik de oostkust van de VS in 2000 afzeilde, voor het eerst van mij gescheiden wordt op onze zeeavonturen. Kleine Ella slaapt rustig door en ziet papa niet vertrekken. De motor van Billy slaat aan en we vertrekken want vanaf 0900u is de stroom mee. We passeren in de achterhaven een ponton met daarop de casco van de Askoy II, het jacht van zanger Brel, helemaal vanuit haar rustplaats in het zand van op een eiland ergens in de Pacific naar hier gehaald voor restauratie. Je kan er bijna dwars doorkijken, en we vragen ons af of het niet beter was een oude dame als dit in haar laatste rustplaats te laten. Soms moet je ook een schip kunnen laten sterven…Enfin, even verder zien we de stenen muur opdoemen die het nu één van de havenhoofden van Oostende zal worden. Ook hierbij hebben we onze bedenkingen, het verzandingproces is al volop aan de gang en de zandbanken maken hoge brekers waarop dan weer jongeren proberen te surfen. Tja, dit noemt men vooruitgang!
De “Billy” zet grootzeil en even later de genua erop. De stroom is mee en we zeilen aan een dikke 4kn. Voor Mariakerke begint het te regenen. Gelukkig heeft Jean een paraplu mee die ik gebruik om niet helemaal nat te regenen. Eigenlijk is het maar een zielige vertoning, rotland! Jean wil aperitieven maar een hete koffie lijkt me meer op zijn plaats. Deze beslissing is genomen toen ik niet wist dat er witte rum van Canarische eilanden en bruine rum van Marie Galante (eilandje bezuiden Guadeloupe) aan boord was!
Maar voor Nieuwpoort verandert het plotseling, zowaar de grijze lucht droogt op, een eerst zwak maar daarna een stralend zonnetje. Onder een dikke wolk krijgen we nog wat wind maar niets is perfect, want die komt nu uit WSW, net de richting waarin we varen.
We beginnen wat op te kruisen en lopen goed want we zeilen hoger en sneller dan een kleine 40ft die dezelfde richting uitgaat. Het eten is voor beiden wat koeken van bij de bakker die dan nog tegenvallen ook. De stroom houden we tot voorbij de pas van Zuydkote zelfs tot voor Duinkerke. Even onder het strand kruipen om de opkomende tegenstroom wat te omzeilen, maar aan de ferry-haven moet het ijzeren paard toch bijgezet worden om rond de stenen muren te geraken.
Daarna volgen Gravelines en Calais. De Navtex berichten en het weerbericht op Ch 86VHF van Dover zijn ronduit slecht: “gale warning” alom en we zeilen amper met 7kn wind! Tegen 21.00u keert de stroom, net als we Calais kunnen aanlopen. Moeten we daar blijven om de storm van morgen uit te zitten? Jeetje, kunnen beter doorzeilen tot Boulogne! De wind gaat er nu helemaal uit en de motor moet weer op. Net als ik baalt Jean als de motor loopt. We hebben een zeilboot gekocht, wilden we motoren kochten we een motorboot.
Aan Cap Blanc Nez kan de motor eindelijk af. De corridor tussen de White Cliffs en de Cap Blanc Nez heeft altijd wind en windshiften. Er komt ook een lichte mist opzetten die de 50m hoge toppen soms aan het oog onttrekt. De fok gaat erop want de genua moet gespaard worden van de 17kn wind die we nu hebben.
De zichtbaarheid is slecht maar we zien de haveningang van Boulogne opdoemen. Een gerommel achter ons van iets wat we niet zien! Jean kijkt op zijn laptop, waarop een AIS engine van NASA is gekoppeld, en ziet dat het om de fast ferry gaat, 35kn inkomend! De AIS geeft de naam van het schip en Jean kan hem oproepen op VHF, de officier van wacht zegt dat hij ons gezien heeft en even later verandert het gerommel van toon. We zien het gevaarte uit de mist opdoemen en ons snel voorbij glijden. We verlichten nog even de zeilen om ons niet alleen op zijn instrumenten te laten opdoemen. Toch een grote aanwinst voor een jacht, zo een AIS systeem. Even later is het onze beurt om Boulogne aan te lopen wat we bijna perfect doen. Het is ook niet de eerste keer dat we hier aanlopen, maar om in de binnenhaven te varen moet je toch wel opletten met laag water.
Net voor we de jachthaven bereiken roept iemand ons vanop de kaai: “il y a une ca…”. Ik versta “canne”: vislijn, wat regelmatig gebeurd en zeg Jean op te letten voor vislijnen. We meren Billy af en zijn verwonderd waarom hier slechts enkele jachten liggen. Normaal lig je hier 4 boten dik. Net als we vast liggen begint het te regenen. Nog een goeien drinken, iets eten en onze “zweetbak” in!

26/05 Maandag: Jean is altijd een vroege vogel geweest en is er om 07.00u al uit, normaal is dat 06.00u zegt hij me…waaaw ik heb geluk, pfftt. Even gaan douchen en ontbijt genomen. Het is grijs en nat buiten en we beslissen naar Nausicaa te gaan. Dit is een groot complex gewijd aan de zee en de oceanen, met prachtige aquaria en veel leerzame zaken over onze gelieve habitat. Op weg naar het complex zien we een kabel uit het water hangen dwars over de haven. Tjiens???
Eens Nausicaa binnen is het prachtig. Wel moeten we even een paar aquaria skippen en niet de normale route volgen omdat een paar scholen, met joelende kinderen de sereniteit verstoren. Je ziet er langzaam pulserende kwallen in het blauw fluorescente water, hoe prachtig en fragiel deze diertjes zijn gebouwd en eens op strand bij ons gaan de mensen te lijf met schoppen “omdat ze stekken”…barbaren. Je ziet hoe de kabeljauw zich tegen de koude waterstroom moeiteloos kan stilhouden door luttele correcties met zijn vinnen te geven, je ziet er hoe de Noorse kreeftjes in hun zelfgemaakte holletje leven, hoe spinkrabben constant hun antennes in het water bewegen en met hun klauwen stukjes voedsel naar hun geschaalde bek brengen, hoe de tarbot zijn kleur aanpast aan de zwarte steentjes in het aquarium, hoe de murene een pijp als hotel gebruikt, hoe de brokkelsterren samenklonteren tot een bijna levende steen…Maar het mooist is natuurlijk het tropische rif. Ik voel me weer thuis: blauwe doktersvissen, gele vlindervissen, de queen angelfish, de trekkervissen, de clownvisjes, wuivende anemonen, elkhorn coral…ze zijn er allemaal terug. Twee jaar heb ik er bijna dagelijks tussen gezwommen en bijna geleefd tijdens ons verblijf in de Caribbean, en nu zijn ze terug. We eten onze boterhammen nabij de grote tropische tank waarbij haaienvinnen regelmatig het wateroppervlak doorsnijden. Een grote verpleegsterhaai van 2.5m zwemt met in het niets kijkende ogen voorbij, jacks en tonijn snellen door het water, en barracuda’s hangen doodstil in het water te wachten tot iets eetbaar passeert. Ik voel me hier thuis! Ook de zeeleeuwen en de krokodillen zijn van de partij. Maar er is meer, men probeert iedereen duidelijk te maken dat we te ver aan het gaan zijn met de natuur. We stevenen met onze bijna 7 miljard mensen (toen ik klein was, spraken we van 3.5 miljard, en ik ben nog niet oud!) op een ecologische ramp af indien we nu niet reageren, wetende dat de oceanen een gigantische bron van voedsel en zelfs van brandstof kunnen betekenen. Havenuitbreidingen, zandopspuitingen, wijzigingen aan de kust, vervuiling, “moderne” vistechnieken, overbevissing, …de oceanen kunnen veel aan, maar we zitten op een keerpunt! Er zijn lichtpunten zoals visquota’s, fishfarms, reservaten op zee of nabij kusten…maar of die voldoende zijn, zal de toekomst uitwijzen. Het aspect sensibilisering van kinderen maar ook van overheidsinstanties komt in Nausicaa evenzeer aan bod. Het volstaat niet te roepen en te tieren, of boetes uit te schrijven tegen de vervuilers, als het strand na een mooi weekend vol rommel ligt- op zijn minst moeten er vuilnisbakken geplaatst worden, om maar een klein voorbeeld te geven.
Nausicaa wordt afgesloten met een knuffel voor kleine Ella te gaan halen in de shop. Een inktvisje zoals ik er eentje had toen ik klein was: Vlekje!
Een snelle hap aan boord en nog even passeren we de restaurantjes en doen inkopen in de Champion. Jean en ik kunnen niet weerstaan aan de oesters die in de lokale viswinkel te koop aangeboden worden. Een dozijntje oesters als aperitief met een flesje wijn, gaat er altijd in. Er is herrie aan de Capitainerie! De kabel die we deze morgen zagen was een kabel om de haven te blokkeren. Boze vissers zouden alle Franse havens afblokken als protest tegen de verdubbeling van de fuelprijzen in 3 maand tijd. Leuk…we zitten hier dus vast. Nu valt onze frank: die kerel riep vannacht niet “canne” maar “cable” en de kabel over de haven deze morgen was de blokkade kabel.
We laten het niet aan ons hart komen en we zullen “door de blokkade breken” als het nodig is. We eten ’s avonds aan boord en doen een avondwandeling. Ik ga even tot bij de Police Maritime en vraag hoe het zit met die blokkade. Tegenover de ferry was het grimmiger geworden want een visserschip had zich net voor de ferry afgemeerd, maar tegenover jachten zou het meevallen. De politieman zegt dat ze niets kunnen doen en zegt ons zelf met de bijboot de kabel van de havenmuur los te maken. Iets voor ons natuurlijk, ware het niet dat we geen ambras willen hebben met de “locals” en situaties zoals in Brussel eergisteren willen vermijden. Het tij keert om 04.00u ’s morgens, maar dat is van minder belang aangezien we recht moeten oversteken om de traffic lanes te kruisen. Wat erger is dat de gespreken over de blokkades pas woensdag aflopen, en er voor woensdag weer “gale warnings” zijn in deze streek. Tot donderdag hier blijven, zien we niet zitten en we besluiten het morgenvroeg toch te proberen. Er is geen “wacht” aan de kabel en ’s avonds is ie precies wat gezakt, met onze diepgang van 1.5m moeten we er in de midden over kunnen varen, met de motor in vrijloop.
We eten en drinken goed en gaan slapen…het regent weer.

27/05 Dinsdag: 03.35u ’s morgens!
Jean kan niet slapen : “zoe me nu nie vertrekken?” reactie Dirk : “je zie gie plukke zot zekers?!” Vloekend kruip ik uit mijn warme slaapzak, glij halfslapend in mijn zeilbroek en trek mijn werkelijk tot op de draad versleten docksides aan. Inge heeft al verschillende pogingen ondernomen ze weg te gooien maar zolang ze nog ietwat aanéén hangen draag ik ze, met de deal ze niet in het openbaar op straat te dragen. “Billy” is niet openbaar en dus draag ik ze, ze hebben 2x de oceaan overgezeild en ontelbare keren het Kanaal om dan onrespectvol in een vuilbak te eindigen, neen hoor. Ik maak de elektriciteitskabel los en de springs. Doef, doef, doef…de motor slaat en “Billy” komt los van het ponton. Een half maantje kijkt op ons neer. We glijden zonder navigatielichten buiten…50m en de kabel komt eraan…20m, 10m …schroef af en we glijden zonder problemen over de kabel. Nav lights on en ¾ vooruit op de schroef. Het rode havenlicht van de binnenhaven komt dichter, maar waar is het groene? We botsen werkelijk op een muur van mist. Geen 50m te zien. In de jachthaven zelf best OK, maar in de binnenhaven geen sik, enkel de weerkaatsing van de nav lights op de mist. Jean houdt er het “goede zeemanschap” op na en besluit terug te keren. Mijn grootvader zei altijd “ventje: van storm moet je niet zo een schrik hebben met een goed schip, maar mist is gevaarlijk voor elk goed schip”. Om 05.00u ligt “Billy” terug vast, ik in mijn slaapzak en Jean zit te knarsetanden in zijn “kot”.
07.30u : Jean huppelt alweer een tijdje vrolijk rond en ik trek moeizaam één oog open. De geur van verse koffie doet me terug bewegen. “Wa was da nu van nuchtend, een groendzeetje in je koptje?” vraag ik hem. “ Me spreken der al nie mé over, me moe’n ier zien buuten te geraken” antwoord hij. “Moa Jean toch, me voaren geweun were over die kabel”, twijfelend kijkt hij me aan, zijn boterham verorberend. Hij vertelt me een droom over vissers die gaten in zijn romp gingen boren. Ik kijk hem aan…zo van…
Enfin tegen 08.00u slaat de motor terug aan en weg zijn we. De kabel ligt nog steeds even diep en weer passeren we die zonder iets te raken. Jean lucht op, hij lacht alweer! Nog even uitwijken voor de ferry, die blijkbaar ook terug normaal vaart en in redelijke zichtbaarheid, de mist is wat opgetrokken, zijn we snel buiten de zuidelijke havenmuur van Boulogne. Natuurlijk geen blaas wind. Koers 270° en op weg naar Engeland. Een sportvliegtuigje passeert wel 3x over ons maar we horen niets op VHF. De AIS lijnen van de schepen in het pas komen dichter. Ik gooi de paravan uit om een makreeltje aan de haak te slaan ondanks dat het nog vroeg is in het jaar. De zichtbaarheid blijft ondermaats maar we tuffen gestadig voort. Geen wind en een zware deining, precies oceaan swell. Ik ben gelukkig, dit is leven! Ik ben terug in mijn habitat. Een school bruinvissen zwemt traag voorbij aan bakboord, maar te ver weg voor foto’s. Jean begint aan het middagmaal dat even een uitstapje maakt naar de cabinevloer maar toch weer op ons bord beland, tja we zijn geen zifters over details zoals in “mijn restaurant”, wij zijn echte zeebonken! Iets na 7uur toefen overvalt de kalmte je als de wind de voortstuwing overneemt, we zeilen weer. Niet snel maar toch, we zeilen. Het Traffic Separation System ligt al achter ons, tja wat wordt het? Eastborne (wat dichtbij), Newhaven (te doen) of Brighton (ook te doen maar veel duurder). Het wordt dus Newhaven.
Even later roep ik Port Controll Newhaven op en krijg toestemming aan te lopen maar we moeten uitkijken voor een baggerschip dat in de haven werkzaam is. Even later ligt Billy aan het ponton tussen een hoop bootjes die eerder een verlaten indruk geven. Op het ponton ligt zelfs een hoge druk spuit, wie laat nu zoiets rondslingeren? De spuit zelf ligt blijkbaar al een tijdje in het water want er zit begroeiing op. Opeens het geschreeuw van een meeuw, maar niet het normale gekrijs, eerder van een dier dat verkracht wordt. We kijken rond ons maar geen meeuwen te bekennen. Het geschreeuw komt uit luidsprekers die op regelmatige tijdstippen het gekrijs laten horen van verschillende types meeuwen om hen zo op afstand te houden. Enfin tijd voor een groooooot glas rum en Jean straalt! Hij is gelukkig dat we de boze Franse vissers zijn ontkomen en al in Engeland liggen. We verbeteren nog wat de wereld en gaan slapen.

28/05 Woensdag: Jeetje, hij is weer wakker om 06.00u, en hier in Engeland is het pas 05.00u. Buiten het gekrijs van de verkrachte meeuwen uit de luidspreker heb ik goed geslapen. Ja natuurlijk is er niemand op dit onchristelijke uur in de jachthaven en van de beloofde storm evenmin iets te bespeuren. We nemen ontbijt en besluiten met de bus naar Brighton te gaan. Tegen 08.00u is er dan toch een werkman die ons de code van de douches geeft en we kunnen dus het zweet van ons lijf spoelen, ik met half koud water en Jean met te heet water. Jean heeft pech, net als hij buitenkomt uit de douche, komt de taxman voorbij en maakt hem 17£ lichter voor de luizige ligplaats inclusief om de 10 minuten het geluid van verkrachte meeuwen. Nog eventjes de pier gaan aflopen en dan naar de bushalte dan maar. Ik vraag nog even of iemand Alex Stuart kent, de tekenaar en bouwer van mijn boot hier in Newhaven, iedereen kent hem maar niemand weet waar hij woont. In de viswinkel komen we te weten dat er wel makreel zit in zee maar op een diepte van 6m, daarom vingen we niets gisteren op 2/3m. De bus is een succes, maar we kunnen niet boven zitten en het zit vol lokale jeugd die persé naar Brighton willen. We stappen bijna een uur later, voor 8km, uit vlak aan de beruchte pier! Je kunt je het moeilijk voorstellen als je er niet geweest bent. Gigantische tenten staan opgesteld op de pier waar de typische Engelse bevolking in rond doolt. De bevolking hier meestal bestaande uit een papperige, zwaar getatoeëerde man, een vrouw voorwaggelend op ongeschoren te korte beentjes en voetjes gestoken in versleten sportschoenen, een haardos alsof deze zo uit de frietketel komt en evenveel tatoeages als hun echtgenoot, 2 of meerdere vettige hamburgers etende kindjes, meisjes of jongens, gestoken in voetbaltruitjes, meestal met ongeacht hun geslacht lang haar in de nek, dikwijls in vlechtjes. Voorts bakvissen met zeer diepe decolletés waar melkwit lillend vlees te zien is, ook hun beginnende, soms al getatoeëerde hangborsten lijken steeds weer te willen ontsnappen, en jawel ook meestal voorzien van tatoeages. Ze dragen korte rokjes uit een kleur die je alleen maar in Engeland kan vinden. Ze zijn begeleid van pubers, gestoken in voetbaltruitjes, een bizar energetisch drankje drinkend, dat soms licht geeft, en hebben ook weer evenveel puistjes als tattoes. Wat is dat hier toch met die tattoes. Ik denk niet dat er een bewoner is van dit eiland die zonder tattoes rondloopt. Ik denk dat er zelfs tattoes gezet worden in de kraamafdelingen in de hospitalen. De kermisattracties zijn ouderwets en stikduur. 4£ voor 3 ballen om 6 blikjes mee om te gooien, winst : een breed lachende groene pluchen krokodil van anderhalve meter. Veel gooien balletjes maar de kroko’s blijven lachend hangen.
Wat ons meer interesseert op het einde van de pier is de wind en de seastate; het weerbericht had toch gelijk, het waait al boven de 20kn en het is nog steeds aan het regenen. Deze pier houden we voor bekeken, terug naar de beschaving, weg uit dit irreële land overconsumptie (zelfs “Belgian waffels” zijn er te verkrijgen). Langs de pier laat Jean (en ik) zich verleiden voor 4.8£ (6€) door een fish and chips. Geen lekkere dikke kabeljauwfilet, maar iets wat ooit een soort visje was in een dikke roux gestoken en met frieten gesneden 3/aardappel. Ik moet er een halve hand zeezout en jawel, azijn, over kappen om iets te smaken. Een aanslag op ons spijsverteringssysteem zoals ook later zal blijken.
We stappen even het visserij museum binnen wat eindelijk wel de moeite waard is, en gaan zo verder terug de dijk op. Nu waait het al harder en blikjes worden voort gesleurd door de wind, de zee zit vol witte koppen en grote brekers slaan op de keien op het strand, waar ooit de high society van London kwam verpozen. We vluchten onder een miezerige regen de stad in. We vinden weer een fish and chips bar waar we echter internet hebben voor een uurtje, maar nemen geen fish and chips. Jean kan zijn Blog updaten en ik kan mijn mails bekijken. Ik vind er even verderop een winkeltje met dat wat jullie hier “rommel” noemen, maar waar ik een ganse dag in kan snuisteren. Oude treintjes, matchbox autootjes, oude boeken, strips, oude tinnen soldaatjes, dinky toys…gelukkig hebben de Engelsen veel van hun patrimonium gespaard. Even naar het station de busroutes en stops opvragen en via nog meer winkeltjes met boeken naar een cafeetje waar we er weer opgelegd worden voor een pint en een guinness aan 3£ stuk! Langs het park een paar pics gaan nemen van de Indische tempel en terug zijn we versteld van de bloemenpracht van de tuinen. Zo mooi zijn hun parken, zo lelijk zijn hun mensen…Engeland, je blijft ons verbazen.
De bus op in de gietende regen, langs de jachthaven van Brighton waar de golven nu beuken op de artificiële haven en met de regelmaat van de klok gewoon over de muur heen de jachten erachter overspoelen. Geen schip op zee te zien, wat een rot weer. Terug in Newhaven, bijna weer een uurtje later, breekt de zon erdoor, het ergste is voorbij. Even wat inkopen gaan doen en spijtig genoeg weer geen speciale Indische saus gevonden. Dan maar terug naar de jachthaven, of wat moet doorgaan voor jachthaven. De verkrachte meeuwensong is er nog, de uit het water geredde hoge druk reiniger ligt er nog en er rest ons niet anders dan te aperitieven. De fish and chips ligt ons beiden op de maag en het gedeelte dat al doorgeschoven is naar onze darmen wordt direct omgezet in…lucht, veel lucht…en slechte lucht. Ik zal deze rommel snel buitenwerken en de remedie is: pastis. “ça tue les champignons” zeggen de Fransen, eens kijken of het werkt. Een lichte maaltijd en een halve fles pastis (’t was een kleintje van 75cc) later zijn de “champignons” morts, maar de luchtjes zijn er nog steeds! Slapen dan maar!

29/05 Donderdag: Jean is natuurlijk al op als ik mijn ene oog opentrek. Pfttt…de pastis is er nog, de luchtjes…snel naar de douches en de wc. Eindelijk verlost van al die troep.
Even later slaat de toeftoef aan en weg zijn wij…naar…weten we nog niet. Net buiten de haven, stroom mee, 10kn wind, wat leftover swell van gisteren, hmm wat doet het deugt om weer op zee te zijn. De grote genua gaat erop en we zijn op weg. 2 mijl verder geen wind meer en weer op motor verder. Het weer is best te aarden en even zijn we bezig op de laptop met de koers of we nu bezuiden White zullen gaan of door de Solent of de boot wordt dooreen geschud door een snel passerende boot met duikers net achter ons. Je bent alleen op zee en toch moet je ogen op je gat hebben, altijd is er kans op een aanvaring. Enfin tegen de vroege middag is het weer tijd voor de aperitief en de maaltijd, nog steeds onder stoom. Jean heeft de paravan uitgezet en meer lijn gestoken, zodat hij dieper ligt. En jawel, we hebben beet. Een dikke makreel kijkt ons triestig aan en we beslissen het diertje terug aan de zee te schenken. Een slag van zijn staartje en weg is hij, we gaan niet verder vissen. Na de middag kunnen we eindelijk zeilen en tegen 16.00u lopen we door de Loe, de nauwe doorgang door net voor Selsy Bill. Het betrekt helemaal en nu begint het echt te waaien. We moeten de genua eraf nemen en op de fok verder zeilen, 28kn wind bij de zeilwissel. We beslissen voor de Solent te gaan, er zijn havens om aan te lopen, moest het weer helemaal omslaan. Het water is groen/blauw met witte schuimkoppen, de lucht is staalgrijs en rondom ons beginnen regenbuien te ontwikkelen.
Nap tower ligt dwars en ik ga op manual, ttz geen autopilot meer. Ik mik op het rechtse fort van de ingang van de Solent. Aan de ingang van de Solent liggen 2 forten: Spithead forts, gebouwd in 1860 ter bescherming van Portsmouth. In de tweede wereldoorlog werd dan nog een dam onderwater gelegd naar het noordelijke fort om duikboten de toegang tot de Solent te ontzeggen, na wat Gunther Prien had gedaan in Scapa Flow met zijn U-96 (binnen en buitenvaren van één van de best bewaakte zone’s waar de Home fleet lag en het Vliegkampschip Ark Royal torpederen). De regen begint nu met bakken uit de hemel te vallen en soms verdwijnen de forten helemaal in een regenbui. Even later glijden we, ik druppelend van het regenwater, en Jean dweilend aan de ingang van de boot, voorbij het fort en voorbij Portsmouth met zijn “spinakker”, een nieuwe toren dat de looks van een spinnakkerzeil heeft. Hovercrafts en andere schepen passeren ons nu dwars en we gaan steeds sneller en sneller want de stroom zit weer mee. Cowes passeren we en het ligt er net zo bij als vroeger, het rood/witte zonnescherm van de Royal Squadron YachtClub is een baken op zich. Het kasteeltje er rond heeft al bijna alle America’s Cup en Admirals Cup jachten zien passeren sedert bijna 200 jaar. De Engelsen gaan nog niet zo snel iets veranderen, waren wij zomaar!We glijden hier ook voorbij, het heeft opgehouden met regenen en het is 20.00u. Ik wil best nog doorgaan naar Poole, maar Jean wil het bij Yarmouth houden. Er zijn mooring boeien voor de haven van Yarmouth gelegd omdat het er zeer druk kan zijn in de zomer. Natuurlijk betalend! Hmmm, even voor Yarmouth is er een klein zeilclubje waar een grote oranje boei ligt, zullen we die even oppikken? Het is al 21.30u en straks is het donker en morgenvroeg zijn we toch snel weg met de volgende stroom. Jean loopt de boei aan en ik merk op dat erop staat “Keep off” en “No mooring”. Wat een vreemde taal, zoiets hebben we nog nooit gezien. Ons Engels gaat erop achteruit! Afmeren dan maar. Avondmaal overspoeld met wat rum van Marie Galante en dan maar gaan slapen.

30/05 Vrijdag: Die rotboei heeft me gans de nacht slecht doen slapen. De stroom was gedraaid en de wind stond kop op stroom en de twee natuurelementen waren in evenwicht met elkaar. Dus de boot bleef bijna op haar plaats, wat ervoor zorgde dat we ongeveer 4 uur staan tikken hebben met de boeg tegen de boei. De boeg is waar ik slaap, dus! Dat kreng heb ik met veel moeite om 03.00u uit het water getild en tegen het anker beslag vastgemaakt. Om 06.30u was Jean er alweer, fris als een hoentje. En ik, verfrompeld als een retributieuitnodiging van Vinci-park. Tegen 07.00u waren we alweer onderweg. Ondanks dat het weekdag was zijn veel bootjes onderweg. Er zeilen hier meer boten in één dag dan dat er in Oostende in een jaar zeilen! Met de stroom mee gaat het snel en vooral… we kunnen zeilen. Met 8/10kn zeil je toch, maar we zijn blijkbaar de enigen, zelfs de UK Sailing Academy (UKSA) vaart op motor voorbij, de jeanetten! The Needles voorbij gaat het nog even maar dan moet ook ons ijzeren paard aanslaan. Bestemming Weymouth maar weer de dure ligplaatsen indachtig zijn is er een andere oplossing. Vlakbij ligt Lulworth Cove, een soort krater in het Dorset landschap, een gril van de natuur, een bijna cirkelvormig gat van een paar honderd meter, als het al zoveel is, waar je op anker kunt. Let wel op, met zuiden of met zuidwesten winden zit je in een gat aan lagerwal. Maar nu, met geen wind en geen deining…14.00u we lopen de Cove binnen en het anker valt even later in het klare water 6m dieper. Er liggen verschillende bootjes. Even middagmaal nuttigen, wat brood en Franse kaas en dan beginnen we “Billietje”, het bijbootje op te blazen. Tegen 15.00u zetten we voeten in de keien van Lulworth Cove. We gaan een wandeling maken op de site van de shooting range. Er wordt vandaar uit met scherp geschoten over zee door het leger, maar vandaag niet! Er zijn prachtige wandelpaden en alles is er kraaknetjes. We zien hoe mooi de Engelse kust is, gespaard van zijn hoogbouw en wolkenkrabbers, zoals onze thuishaven. Alles is er groen en Billy ligt in het staalblauwe water te wachten 50m beneden ons. Echt één van de mooiste plekjes in Zuid Engeland. Een stoere wandeling naar Smuggler’s Cove en een strand vol stenen waar je bijna helemaal alleen kunt genieten van de zee en de natuur. Voor de terugkeer nemen we natuurlijk een shortcut. Ik op sandalen en Jean op slippers. De meeste wandelaars hebben van die trekschoenen aan en zijn redelijk beslijkt. We zien dat ook wel maar doen het af als “das zien echte trekkers!”. Even later begrijpen we waarom, een slijkpoel van een weggetje leidt naar beneden. Ik kan het nog aan op schoeisel, maar Jean niet en eens beneden in Lulworth Cove zit er niets op mijn sandalen in zeewater met steentjes te reinigen, en Jean het zelfde met zijn voeten. De blubber was in worstjes tussen zijn tenen naar boven gekropen! Daarom droegen die gasten hier allemaal trekschoenen. Na het slijkvrij maken van onze voeten, op naar de beschaving. Er zijn inderdaad een paar pubs en winkeltjes in het dorpje ernaast. Veel volk en zelfs een klein vissershutje met visbakken met daarop “Visveiling Oostende”! Ahh daar zijn al die bakken van onze vismijn naartoe. Even een weer veel te dure “pint of lager” en terug naar ons scheepje. De zon is er weer en aperitief op het achterdek van de Billy. We zijn nog met z’n vier bootjes en een overbezorgde achterbuur tuft hopeloos zoekend naar zijn anker om te zien of ie goed ingegraven is. Lekker eten, de rumstock verder aanvallen en gaan slapen in één van de mooiste plekjes in Zuid Engeland. Ik denk aan Inge en de kleine Ella die ik dit allemaal nog moet tonen!

31/05 Zaterdag: Het zit er bijna op voor mij! Vandaag bemanningswissel, en overmorgen weer gaan werken, dat kan toch niet! Weer ontrukken ze me een stukje paradijs, weer elke dag naar Brussel als vee gestapeld in treinen, naar een grijze stad, naar een grijs gebouw, naar een paar idioten die denken dat dit de top van de wereld is, maar waar de natuur gewoon niet verder gaat dan de bloembak die hun vrouw elk jaar opnieuw vult op een terras ergens in een andere grijze stad…
Enfin, weer geen fluit wind en weer is Jean vroeger op dan ik…het gesis van in de pan bakkend spek en eieren, de geur van verse koffie, een half uurtje later zijn we er weer klaar voor. En de zon is er terug! We toeffen, jawel weer op motor uit de cove, 8mijl verder naar Weymouth. Even een schuchtere poging te zeilen maar de wind laat het afweten. 09.30u en we liggen aan het visitors ponton in Weymouth. Ik ga naar de Dorset Yacht Club en wat blijkt, de prijzen van de ligplaatsen zijn in 2 jaar zo gestegen dat Jean nu voor 28ft betaalt wat ik in 2006 voor 38ft betaalde! Bovendien vliegen we nog weg ook, aan de overkant van de brug, weg van de douches. Ze hebben de ligplaatsen nodig voor diepstekende jachten en Billy behoort daar niet toe. Even gaan douchen en dan wat inkopen gaan doen om de logistiek van de boot weer op stock te brengen. Gaan eten zit er niet echt in want je bent algauw 30£ per persoon kwijt en de Engelse restaurants zijn…met Engelse chefs…tja hoe zeg je dat, dat Engelsen niet kunnen koken. We besluiten de gasten met een maaltijd aan boord te ontvangen. Jean zijn echtgenote, Erna, komt met de nieuwe crew Johan, en zijn vrouw Winnie die ook de chauffeur is, deze middag toe in Weymouth. Jean heeft voor Winnie en Johan voor de enige nacht een guesthouse gevonden…
Op de kaai weet ik een viswinkeltje zijn maar er ligt niet zoveel vers. Tot ik een paar dikke staartvissen zie liggen, verse van een dikke kilo/stuk, dat wordt staartvis (lotte of zeeduivel) met rijst in een preiroomsausje.
Na de middag ga ik even winkelen. Ik ken de boel hier redelijk goed, “Elegance” is hier al verschillende keer aangelopen. “Toys and collectables”, “Book Afloat”, een paar boekwinkeltjes….en tegen 17.00u ben ik er terug. Jean zijn crew en familie is net aan gekomen en ze gaan op hun beurt hun guesthouse en de stad wat verkennen. Ik maak de menu klaar. Kistje wijn van 5ltr en tappen maar, gerookte zalm met wat speciale saus, de prei snijden en bakken, de vis kuisen op het ponton, in gezelschap van een paar zilvermeeuwen die vechten om de restjes, en de rijst koken. Eigenlijk allemaal niet zoveel maar het probleem is de hardware. Op Billy is geen oven, om gerechten warm te houden, er zijn maar 2 branders en Jean heeft maar 2 potten en 1 pan, een setje messen, vorken en borden voor 4 personen en we zijn met 5! Enfin tegen 20.00u kan het feestje beginnen. Het wordt een succes. De zalm smaakt heerlijk en het is even wachten tot ik de 2 grote staartvissen gebakken heb en verdeeld heb. De kist wijn schrompelt langzaam weg en het wordt 23.45u als de nieuwe crew naar hun guesthouse verdwijnt. Samen doen we nog even de afwas en ik laat Jean en Erna even alleen. Ik ga wat “de socialen” uithangen in de stad en het uitgangsleven eens van nabij bekijken. In een pub speelt een bandje en de muziek is tof. Ik drink nog een “half pint”, maar wat doe ik hier eindelijk? Mijn Inge en Ella zitten thuis en ik zit hier in een Engelse pub pinten te zuipen met bezopen vrouwen rond me. Dan maar weer op stap. Steeds meer bezopen mensen op straat, veel meer volk dan bij ons. Enkele politieagenten houden de boel wat ik het oog, maar reageren niet als een paar dronken kerels in de haven springen. De tijd van “23.00u last call” is voorbij maar de pubs zijn nu rookvrij. Een goede zaak voor de geur in mijn kleren. Verder is het een verzameling van schaars geklede meiden in de meest ondenkbare kleurencombinaties, half bezopen pubers in zowat alle shirts van de voetbalploegen van hun eerste klasse, …wat doe ik hier eindelijk? Ja, Jean en Erna wat privacy gunnen…ik dwaal verder…naar het strand…zelfde taferelen…dronken in zee gaan zwemmen…dan maar terug naar de boot, even stoppen aan een nagelnieuwe Hanse 43, wat een schip! Het is 01.30u als ik in mijn nest aan boord kruip.

01/06 Zondag: Erna is al dezelfde als Jean, om 06.00u zijn ze al op, early birds... Ik maak er 07.30u van en weer wat meer verfrompeld dan de dag ervoor klim ik uit mijn kot. Wat eten, en inpakken. Jean en Erna zijn terug. Ook zij getuigen van de bezopen zwemmers op het strand.
Het is wachten op Johan en Winnie. Jean wil er zo snel mogelijk vandoor, want de stroom aan Portland wacht niet, de Race van Portland geeft zeker 6kn mee…of tegen en Jean wil geen extra ligdag betalen. Even afscheid nemen en de Billy vaart even later weg. Mijmerend kijk ik haar na…een hoofdstuk afgesloten. Dan maar alles in de nieuwe wagen van Winnie laden en op weg naar Dover.
We zijn geboekt op het schip van 18.00u maar we zullen proberen er eentje vroeger te hebben. Erna en ik moeten werken en vroeg op morgen. Het is 26° en stralende zon in Wey mouth en het vertrek valt me zwaar. Tot Southampton is het binnenwegen, wat een ganse reeks aan oldtimers oplevert, zowel auto’s als moto’s…prachtig toch die Engelsen. Winnie trapt goed op de staart van de wagen en voor 14.00u zijn we al in Dover, zonder files. Ik vraag de dame aan de incheck of we vroeger meekunnen en we kunnen zelfs inschepen op het schip van 14.00u, Engelse tijd. 15.00u en we varen terug het kanaal op, mist, geen wind en 13.5°, we gaan duidelijk terug naar België. Hoogtepunt is de dat de Mount Gay Rum van Barbados in aanbieding staat in de shop, lap weer twee flessen!
Nog even van Duinkerken naar Bredene Erna gaan afzetten en tegen 18.30u zie ik mijn 2 schatten terug Inge en Ella.
Jean, bedankt nogmaals voor deze prachtige trip and…

FAIR WINDS AND FOLLOWING SEAS!

Geen opmerkingen: