Tenerife en La Gomera - laatste dagen van 2020

 Arguineguin, zuidkust Gran Canaria. Het belooft een mooie dag te worden. Anker op, grootzeil omhoog, motortje erbij want er is geen fluit wind. Het is een paar dagen voor nieuwjaar. De afstand naar de zuidkust van Tenerife is ongeveer 50 Mijl. Er is een Marina en ook een ankerplaats. We zullen zien.

Als we uit de windschaduw van Gran Canaria komen, krijgen we geleidelijk aan wat wind. Wij zeilen. In de verte zien we Tenerife al liggen.

Zowat halverwege hoor ik plots een luid gesnuif. Walvis !! Anneke gelooft mij eerst niet maar als even later 2 mastodonten terug bovenkomen ziet ze het ook. Een moeder met kalf op minder dan 100m van de boot. Ze zwemmen vlugger dan wij varen. We zien ze nog 2 keer spuiten. Wat is dit mooi... en dan zijn ze plots  weer weg.

Tegen de avond arriveren we aan de Zuidoostpunt van het eiland. We besluiten naar de ankerplaats te gaan. Echt mooi is het hier niet, maar voor één nachtje is dit niet erg. Er staat wel wat deining. Op het strand zien we wat mensen rondlopen, er staan wat tentjes... hippies, wat een idee om hier te verblijven. 's Morgens, na een wat rusteloze nacht, zien we er een paar de zonnegroet doen.

We besluiten niet  op Tenerife aan land te gaan omdat het eiland onlangs code rood gekregen heeft. (covid) Het is ook zo dat de toeristische plaatsen als Los Christianos en Las Americas ons weinig zeggen.

Tegen halfnegen  de volgende morgen zijn we terug weg. Er is geen wind,, dus Mr. Volvo ronkt er lustig op los. We passeren de zuidpunt van het eiland en mikken op de noordkant van La Gomera. De wind is niet thuis en op een echt olieachtige zee  varen we verder.

Halfweg leggen we de motor even stil en gaan zwemmen. Een lange lijn met een fender aan wordt voor alle zekerheid uitgevierd. Het water is zeer helder en van een mooiste blauw. Raar gevoel is dit.  Het is hier terug meer dan duizend meter diep.  Beetje griezelig te bedenken wat hier allemaal onder ons door kan zwemmen.

Even later varen we verder. Dichtbij het eiland krijgen we toch wat wind. Het grootzeil wordt uitgevierd en de fok erbij gezet. We laten San Sebastian rechts liggen en zeilen naar het volgende baaitje, Playa de Guanches.



 
In Navily wordt deze baai als een van de mooiste van het eiland beschreven. Wij zullen dit ankerplekje later dopen als "de Trol", vanwege de grote berg in het midden die er, vooral 's nachten in het maanlicht echt als een slapende trol lijkt.

Anneke vangt haar eerste vis, het voorgerecht is binnen voor vanavond...we vieren hier onder ons beidjes het nieuwe jaar 2021. Er is geen internet, dus alle wensen van vrienden en familie zullen ons pas over enkele dagen bereiken. Wijzelf hebben onze nieuwjaargroeten reeds verstuurd voor San Sebastian.




Het water is hier zeer helder, het anker ligt op 5 meter diepte volledig ingegraven in het zand. Als het bootje opgeblazen is een besluit ik een hekanker uit te brengen, zodat we met de neus naar de zee blijven liggen. Dit helpt vooral 's nachts omdat dan altijd een landwind opsteekt en als je dwars op de deining komt te liggen doe je geen oog dicht.

We blijven hier een drietal dagen tot in het nieuwe jaar en verkassen dan naar een ankerplaats meer zuidelijk, Puerto de Santiago, er is een haventje, een strandje, 2 restaurantjes en een supermarktje. Alles met een "tje" dus. Ok voor ons. Het ankeren hier is wel wat rollerig. We blijven hier dus maar een nachtje.




We varen in één keer naar Vueltas. (hierboven, zicht op El Hierro)   Hier is ook een haventje (maar niet voor bezoekende jachten), een super ankerplaats en een stadje dat wel door Duitsers ingenomen lijkt. Hier vinden we alles wat nodig is. Er is een super visrestaurant net waar we met de dinghy aan land gaan. Een Spar wat verderop. Het mooie weer houdt aan en we zijn hier al vlug twee weken. De dagen worden gevuld met zwemmen, zonnen, 's avonds sterren kijken  en nu en dan wat inkopen doen.




Er wordt harde zuidelijke wind en vooral deining voorspeld over enkele dagen. We keren dan ook geleidelijk aan op onze stappen terug en gaan terug naar de Noordkant van het eiland. De ene ankerplaats is al mooier dan de andere.  Naast Santiag is een plaats  waar hippies in grotten en op het strand wonen. Ze lijken er maar een boeltje van  te maken. Hier en daar ligt vuilnis. Hier blijven we niet lang alhoewel het een mooie plaats is.

Tegen 20 januari hebben we een plaatsje in de jachthaven van San Sebastian (foto hierboven) gereserveerd. Het weer verandert en twee dagen later ligt er sneeuw op de top van de Teide die we van in de kuip kunnen zien. Er komt zowaar  ook een regendag aan. Ik werk wat aan de boot, motoronderhoud,   Ik maak ook een houten ding om onze glazen en tassen in te zetten waardoor niet alles omvalt als er wat deining is. 




De jachthaven loopt vol. Er ligt ook een blauwe stalen Koopmans 37 te koop. Er is iemand aan boord en we vragen of we de boot eens mogen bezichtigen. Het is een super mooi en stoer schip, kottergetuigd, geen teakdek en een helmstok.    De eigenaars zijn Nederlanders die, na een volledige uitwendige restauratie in Nederland, alweer een vijftal jaar op de eilanden vertoeven. De boot ziet er aan de buitenkant dan ook super mooi uit. Binnenin valt het voor ons wat tegen. Nogal donker door de kleine raampjes en de achterkajuit is eigenlijk niet meer dan een hol onder de kuip. Vooraan is een werkplaats tussen de voorpiek (dubbele slaapplaats maar ligt nu vol met zeilen en touw) en de salon. Ik weet niet of ik klaar ben voor een stalen boot ? Hoe dan ook, eerst de Billy verkopen en dan zien we wel. Ik schrijf het idee "Koopmans" niet af maar een echte achterkajuit zou toch wel een vereiste zijn.

San Sebastian is een leuk stadje. Er is een winkelstraat, een paar supermarktjes, een viswinkel en wat restaurantjes maar bovenal, het is Spaans, geen Duitse of Engelse toeristentoestanden hier. De mensen zijn er vriendelijk. In het weekend en 's avonds wemelt het op het plein voor het strand van de spelende Spaanse kinderen tot een gat in de avond. Er staan grote bomen voor de schaduw, een paar banken, een paar cafétjes

We gaan eten in een klein lokaal visrestaurantje. De patron is een sympathieke gast. Hij spreekt praktisch geen Engels, ons Spaans is nog steeds niet van een hoog niveau. Toch verstaan we elkaar. We zullen  er zowat vaste stamgast worden telkens we hier zijn. Zijn echte naam kennen we niet.  wij noemen hem "Tjiepietjiepie". 't Slaat nergens op maar toch past het bij hem en zijn gezellig restaurantje, eigenlijk niet veel meer dan een golfplaten dak en  bouwvallige muren. Vijf soorten stoelen, tafels, een krakemikege toog maar het eten is er goed. Na de maaltijd zet de patron 2 glaasjes en een fles rum op tafel. Zelfbediening ! Van het huis !




wordt vervolgd.......

Geen opmerkingen: